Met z’n vieren lopen we door de straat. We zien de ingang van een metrostation. We weten dat daar een safe-house zit. Die kunnen we wel goed gebruiken want door de laatste aanval van de boomer zijn we er slecht aan toe. Bill is er het ergst aan toe en hinkelt ergens achter aan. Ik probeer een beetje bij hem in de buurt te blijven want je weet nooit wat er kan gebeuren. Ik hoor door mijn headset dat we er bijna zijn. Een paar zombies staan ons in de weg maar daar maken Francis en Zoey met een paar schoten van hun shotgun zo korte metten mee. Nog één zombie staat er naast een rode auto. Hij heeft ons nog niet gezien dus dat is een eitje. Zoey legt aan en ik hoor Francis door mijn headset schreeuwen: Stop, don’t shoot! Het is te laat. De zombie knalt met veel bloed uit elkaar. De mooie rode auto waar hij bij stond begint te piepen. Shit, een auto-alarm. Dit is slecht nieuws! Er klinkt een luid gegil en overal komen zombies vandaan gerend. We proberen ons een weg te schieten door de grote menigte en bereiken het metrostation. Ik realiseer me dat door de grote chaos we Bill zijn vergeten. Ik ga terug en zie dat Bill is gegrepen door een Smoker. Met z’n tong heeft hij Bill vast terwijl er twaalf andere zombies op hem in staan te hakken. Omdat mijn eigen gezondheid al drastisch aan het dalen is en er nog meer zombies aan komen besluit ik door te gaan. Zoey heeft de safe-house al bereikt en Francis is omringd door een grote groep zombies. Al schietend probeer ik hem te helpen maar ze blijven overal vandaan komen. Dan realiseert Francis zich dat hij nog een pipe-bomb heeft en gooit deze weg. Het geluid trekt alle zombies naar zich toe en wij kunnen veilig naar de safe-house waar we er verschrikt achter komen dat een hunter Zoey te grazen heeft genomen. Francis sluit de deur en we zijn nog maar met z’n tweëen over. Zo, dat was het eerste level. Nog drie te gaan.
