Two Worlds

Creativiteit is een zeldzaam iets tegenwoordig in de gamesindustrie. Een concept hoeft maar enigszins succesvol te zijn of er staan 200 klonen klaar om een graantje van dat succes mee te pikken. Zo zagen we bijvoorbeeld een enorme golf free roaming games na het succes van Grand Theft Auto. Veelal hebben deze klonen weinig nieuws te bieden ten opzichte van het origineel en voelen ze doods en inspiratieloos aan. Nu verwacht je natuurlijk dat ik ga zeggen dat dat bij Two Worlds, dat bouwt op het succes van vele succesvolle Westerse RPG’s en hack & slash games, helemaal anders ligt en dat deze game geweldig innovatief is. Niets is echter minder waard. De mensen bij het Poolse Reality Pump hebben een game af weten te leveren die verrassend inspiratieloos is.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het een slechte game is, in tegendeel, Two Worlds is een vrij aardige game. De basisgameplay van deze free roaming hack & slash-RPG is bijvoorbeeld gewoon prima in orde. Je personage, dat je ziet vanuit een derde persoons perspectief, bestuur je op een standaard manier. Je bent als het ware een WASD-ridder: je personage beweeg je voort met deze toetsen, en rondkijken doe je met de muis. Verder heb je een batterij aan hotkeys voor spreuken, speciale moves en de verschillende menuschermen. Deze menu’s zijn in tegenstelling tot in bijvoorbeeld Elder Scrolls IV: Oblivion meer afgestemd op de PC, maar desondanks verre van ideaal. De icoontjes zijn soms niet al te duidelijk en met name de map is te druk.

Wat Two Worlds wel heel goed doet is het aantal moves en spreuken dat je tot je beschikking hebt. Je kunt kiezen om je personage, volledig vrij van een klasse of iets dergelijks, helemaal te vormen naar jouw wens. Dit kun je doen door bij elke level punten toe te bedelen aan bekende kenmerken als strength en dexterity en door verkregen skill punten te investeren in een bepaalde richting. Je kunt hiermee alle kanten uit, van het leren vechten met twee wapens tegelijk tot beter leren vechten te paard tot het leren van een nieuwe school van de magie. Het magiesysteem gaat ook vrij diep. In de game kun je spellcards kopen of vinden die je toegang geven tot een bepaalde spreuk mits je level hoog genoeg is. Vind je er meer van dezelfde dan kun je ze stapelen om de spreuk krachtiger te maken. Eveneens kun je booster cards vinden die een spell minder mana doen kosten, hem langer doen duren of hem krachtiger maken.

De uitgebreide magie- en skillsystemen maken het vechten in Two Worlds gelukkig nog enigszins interessant. Verder bestaat het vechten in de game namelijk hoofdzakelijk uit veel op de linkermuisknop drukken. Erg spannend is dit niet, en zelfs de moves en spreuken zijn niet alles. Je kunt er maar een paar tegelijk gebruiken en veel van de spreuken die je gebruikt als melee-personage zijn spreuken die je aanzet en dan enkele minuten blijven draaien. Ook zijn de moves lang niet altijd even zinvol. Zo heb je de mogelijkheid een skill te ontwikkelen waarmee je iemand van zijn paard af kunt brengen. Tijdens de hele game heb ik echter geen enkele vijand te paard gezien. Wellicht dat het zinvol wordt bij een add-on, maar momenteel is het alles behalve zinvol.

Het paardrijden zelf is overigens ook niet alles, in tegenstelling tot veel andere games heb je in Two Worlds weliswaar de mogelijkheid om te paard te vechten, maar deze mogelijkheid zal je al snel terzijde leggen. De ontwikkelaars bij Reality Pump besloten namelijk dat het een goed idee was om het paard wat realistischer te maken, hem eigen gedachten te geven. Je hebt dan ook in Two Worlds minder het gevoel een middeleeuwse auto te besturen en meer een echt paard te berijden. Er is echter één nadeeltje. Het paard gaat obstakels automatisch uit de weg, maar doet dit wel érg ruim. Wil je dus door een poort heen dan zal het paard al snel weigeren en rechtsomkeert maken. Na een paar keer heb je het met deze frustratie ook wel gehad en schaft de ingame pot die avond paardenvlees.

Positiever kan ik dan weer zijn over de wereld die je te paard, of waarschijnlijker, te voet, doorkruist. Niet alleen heeft men een erg mooie wereld geschapen door middel van goede graphics en veel objecten tegelijk op het scherm, ook zijn de omgevingen erg gevarieerd. Begin je nog in een heuvelachtige bosomgeving zoals we die gewend zijn in 1001 andere RPG’s zo kom je later in de woestijn, trek je door kustgebieden of beklim je een gletsjer om maar een aantal voorbeelden te noemen. Elke omgeving is erg mooi uitgevoerd en de enige kritiek die ik er dan ook op kan hebben is het overmatige gebruik van bloom-belichting dat het zien in sneeuw en woestijnomgevingen regelmatig bijna onmogelijk maakt.

Ondanks dit gebrek, dat je gewoon kunt elimineren door HDR uit te schakelen in de opties, blijft de wereld van Two Worlds zeker eentje die de moeite waard is om doorheen te lopen. Hij mag dan niet zo groot zijn als in een Elder Scrolls IV: Oblivion, of zo dicht bezaaid met dungeons. Hij is wel een stuk gevarieerder om doorheen te lopen, je loopt niet eindeloos door wat dezelfde omgeving lijkt. Ook qua architectuur kom je een groot aantal stijlen tegen, van een Aziatische stad, tot klassiek middeleeuws tot Midden-Oosters. Helaas zijn de ontwerpen van de gebouwen, en overigens ook die van dingen als bepantsering en personages, nogal generiek. Je krijgt al heel snel het idee alles eerder te hebben gezien, hoe vaak hebben we al wel niet gevochten tegen grote duivelsmonsters met enorme hoorns en wat vleugeltjes? Dit doet toch enorm af aan de sfeer en feel van de game, het voelt allemaal niet zo speciaal, maar meer been there done that.

Het verhaal voegt ook niet erg veel toe aan de game. In het begin van de game is je zus ontvoerd door een mysterieuze organisatie. Deze main quest kent relatief weinig tussenstapjes en laat je veel zelf doen in de wereld. Het is dan ook hoofdzakelijk weinig meer dan een excuus om allerhande monsters in de wereld af te maken in grote getale. Desondanks is de main quest wél leuk om te volgen en kom je door het volgen ervan in contact met het overgrote merendeel van de sidequests en zie je ook het meeste van de, toch relatief kleine, wereld. De sidequests zit ook aardige variatie in, ondanks dat je nog steeds regelmatig een grot of gebiedje moet vrijwaren van wezens krijg je af en toe ook iets originelers. Je hebt hierin ook veelal de keus tussen een goede en kwade benadering. Zo kun je ervoor kiezen om een vrouw haar smederij die haar vader haar naliet dwingen af te laten staan aan haar broer, je kunt haar echter ook helpen de smederij in handen te krijgen door te praten met wat officials in de stad.

Over het algemeen zijn de sidequests de moeite waard om te volgen. Het is echter jammer dat het weliswaar mogelijk is om in achting te stijgen bij een bepaalde factie, het niet mogelijk is om te dalen in achting. Zo kun je gerust de leider van een kamp van necromancers vermoorden in opdracht van de rechtmatige magische \'society\' zonder in achting te dalen bij de necromancers. Een systeem waarbij dit negatieve gevolgen zou hebben zou de game een leuk extra spel-element gegeven kunnen hebben dat toegevoegd zou hebben aan de variatie.

Extra leuk om door de wereld te lopen wordt het met name wanneer je dit met anderen doet. Two Worlds heeft namelijk ook een multiplayer modus. Deze modus werkt vergelijkbaar met een Guild Wars, al zei het op een logischerwijs kleinere schaal. Je begint met het aanmaken van een nieuw personage, waarvoor je, in tegenstelling tot in de single-player, wel klasses kunt kiezen. Personages moet je los aanmaken voor de RPG-modus en PVP-modus. Bij de RPG-modus is dit nog een nieuw low-level personage zoals in het begin van de single-player, en deze dien je dan ook te ontwikkelen door quests te doen met anderen. De items en het geld dat je hier oppikt kun je dan weer uitgeven in de hub van de server. Zo\'n hub is een stad zoals je ze ook vindt in de single-player, maar dan met enkel winkeliers en andere spelers. Hier kun je anderen ontmoeten, groepen met ze vormen en zelfs gildes vormen die onderling kunnen strjiden in een klassement.

Anders ligt het in de PvP modus. In deze modus strijd je namelijk tegen andere spelers. Dit doe je met een personage dat je enkel bij het aanmaken aanpast. Winkeliers, trainers etc. kom je dan ook niet tegen in de PvP hub. Leuk is de PvP zeker omdat de personages zulke uiteenlopende eigenschappen hebben.

Overall is de multiplayer erg leuk, en zeker één van de grotere pluspunten van de game. Jammer is het echter wel dat de multiplayer momenteel nagenoeg exclusief bevolkt wordt door mensen die enkel Duits spreken. Het is dus nog erg lastig om een groep te vormen als je niet vloeiend bent in deze taal. Dit probleem zal zichzelf echter waarschijnlijk eind deze maand oplossen daar de game dan verschijnt in onder andere het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.