Need for Speed Carbon

De Need for Speed serie staat al geruime tijd bekend als een racefranchise waarin hoge snelheden en andersoortig roekeloos rijgedrag allerminst geschuwd wordt. Het kwam dan ook als een verrassing toen ik, nog voordat er überhaupt geracet werd, een vermanende boodschap te horen kreeg. Een niet te versmaden brunette wees me er voor de duidelijkheid nog maar even op dat al die ondeugende stunts uit het spel enkel en alleen in de game mogen worden uitgevoerd. Het is onverstandig deze trucs in het echt uit je wielen te toveren, want dat schijnt best gevaarlijk te zijn. \"Rijd nou maar gewoon, dan rijd je al gek genoeg,\" zo luidt de algemene boodschap. Als slagroom op de taart deelt ze de speler nog mede dat je in een echte auto niet moet vergeten je gordel dicht te klikken. Zo\'n stukje educatie zie ik graag terug in meer games, nu de lijn tussen fantasie en realiteit geleidelijk begint te vervagen. Wellicht houdt de mens dan eindelijk eens op met het springen op schildpadden, gooien met hamers en praten met elfjes.

Gelukkig mag je in Need for Speed Carbon op de Xbox 360 zo roekeloos rijden als je zelf wilt, zonder dat thuis je brievenbus volloopt met allerhande verkeersboetes. Het spel speelt zich af in een fictieve stad, liggende in het Carbongebergte. Ditmaal zitten er drie autotypes in de game: Exotics, Tuners en de nieuwe Muscles. In totaal kent het spel zo\'n 40 fonkelende wagens, waartussen met name voor de autofreaks onder ons een hoop leuk speelgoed zit. Elke wagen behoort tot een van de eerdergenoemde types, en heeft zijn pieken en dalen op de gebieden topsnelheid, acceleratie en rijgedrag. Een echt muscle car kan op lange rechten stukken behoorlijk toeren maken (hoge acceleratie), maar is in bochten erg vervelend handelbaar (laag rijgedrag). De Tuners laten zich daarentegen een stuk flexibeler bedienen, maar behalen helaas minder hoge snelheden. Iemand die bijvoorbeeld niet zo goed is in bochten nemen, zal zijn heil waarschijnlijk zoeken in een Tuner. De Exotics zijn het meest all-round en is voor beginners waarschijnlijk de beste keus. Het is goed om te zien dat elke wagen van elkaar verschilt, en de verschillende types aansluiten op de sterke en zwakke punten van de speler.

Zoals we van de Need for Speed games gewend zijn is het racen erg arcade is voor iedereen makkelijk op te pakken. De remknop hoeft maar bitter weinig ingedrukt te worden en de (offline) races zijn nooit echt moeilijk. Gamers die van realistische en pittige races houden zullen hun levensgeluk dus niet in deze game vinden, maar zij zijn de doelgroep ook helemaal niet. De besturing werkt lekker soepel en kent een aantal elementen om het racen wat minder bederfelijk te maken. Ten eerste kan je voor korte tijd je auto een N2O-boost geven, die bij inzet op het juiste moment aardig wat tijdswinst oplevert. Ten tweede is de tijd met een druk op de knop te vertragen, waarna je met je auto een stuk gemakkelijker de normaal erg pittige manoeuvres uit kunt voeren. Zeker wanneer je een tegenligger of bocht te laat ziet komt deze functie goed van pas. Deze toevoegingen zorgen zeker voor een hogere plezierfactor, maar maakt het racen tegelijkertijd wel heel erg makkelijk.