Resident Evil: Deadly Silence

Met een afstotelijke kat vastgebonden op mijn schoot en een pak Taksi in de aanslag begon ik Resident Evil: Deadly Silence te spelen. Al snel struinde ik door de vele aanwezige gangenstelsels die het grote landhuis rijk is. In een ogenschijnlijk rustige hal passeerde ik op uiterst onnozele wijze een raam. Uit de duisternis sprong acuut een gemuteerde hond, aangevreten en al, op mij af. Van schrik liet ik de Nintendo DS uit mijn handen vallen, en wendde me tot het beest op mijn schoot. ‘Ik schrok mijzelf daarnet een hoedje of twee!’ schreeuwde ik tegen het arme beest, dat zich van de strakke touwen probeerde te ontdoen. Plotseling viel me op hoe vals de kat me aankeek; belletjes schuim begonnen zich in de mondhoeken van het dier te vormen. Hij deed me wel heel erg denken aan het afschuwelijke gedrocht uit het spel. Daarom bracht ik meneer Tedmans naar de dierenarts, alwaar hem een prikje te wachten stond die eeuwige rust zal geven.

Het moge duidelijk zijn dat de games uit de Resident Evil serie menigeen een versnelde hartslag bezorgen. Het begon met het eerste deel dat in 1996 verscheen. Naast alle vervolgen zijn er ook meerdere remakes gemaakt van de game waar het allemaal mee begon. Zo kwam er een jaar later een Director’s Cut uit, en werden GameCube-gamers verblijd met het schitterende REmake dat ook nog eens vol zat met nieuwe omgevingen. Met deze nieuwste remake zetten we even een stapje terug. Het is namelijk weer gewoon deel 1 zoals we het van de PlayStation kennen, met ditmaal enkele toevoegingen waarin de functies van de Nintendo DS benut worden. De besturing is logisch genoeg nog steeds dezelfde als tien jaar geleden. Toentertijd kon dat nog, nu is het hopeloos verouderd (zeker na het spelen van Resident Evil 4).