Game: Mario Golf Toadstool Tour

Mario Golf Toadstool Tour kent grofweg twee spelsoorten: golf en sidegames. Beide spelsoorten zijn alleen of met vrienden te spelen. Nadat je aangegeven hebt met hoeveel mensen je wilt spelen, kiest iedereen een spelfiguurtje. Daarna kan je een spelsoort kiezen. Speel je alleen, dan heb je de keuze uit toernooi of een aantal mini-games. Speel je met meerdere mensen, dan kan je kiezen voor dubbelspel (teams van twee personen die om de beurt verder gaan waar de ander was gebleven, ook in je eentje te spelen), of één van de vele afgeleide games.

Een toernooi bestaat uit achttien holes. Iedere hole heeft een vastgestelde par. Lukt het je om een birdie te slaan, dan krijg je een Birdie Badge. Bij vijftig badges unlock je een extra karakter.


Als je het toernooi wint, dan krijg je er een nieuwe baan bij. Deze nieuwe banen zijn dan ook beschikbaar in sommige andere spelsoorten. De eerste paar banen zijn gewoon golfbanen zoals je ze in een serieus golfspel zou kunnen tegenkomen. Na een paar toernooien te hebben gewonnen worden de banen fantasierijker en moeilijker. Zo speel je in een woestijn met rotsen, cactussen en piramides, hoog in de bomen of op kleine eilandjes. In de latere banen kom je allerlei Mario-gerelateerde hindernissen tegen, waaronder Pipes en Chain Chomps.


Iedere slag begint met het verkennen van het parcours. Je scherm staat vol informatie over het parcours. Je kan de richting en de kracht van de slag instellen, het soort club dat je wilt gebruiken, waar je de bal wilt raken en of je effect aan de bal wilt meegeven In het begin is dat verwarrend. Gelukkig is er voor beginners de mogelijkheid een automatische slag te maken. Je hoeft dan alleen de kracht van de slag te bepalen. De club die automatisch gekozen wordt is meestal goed geschikt en ook de richting is doorgaans perfect. Door op de X-knop te drukken kan je de theoretische baan van de bal volgen en bijvoorbeeld zien dat er een boom in de weg staat.


Als alles naar wens is ingesteld, kun je gaan slaan. Dit doe je door op de A-knop te drukken. Een krachtmeter onder in beeld vult zich. Ergens op de meter is een icoontje te vinden. Het is de bedoeling de meter zo dicht mogelijk bij dit icoontje te stoppen door nogmaals op A te drukken voor een automatische slag, of op B voor een handmatige. Bij een automatische slag wordt willekeurig een punt in de trefpuntzone gekozen, bij de handmatige slag moet je binnen die zone snel op een knop drukken. Het voordeel van de automatische slag is, dat het makkelijk en veilig is. Het nadeel is, dat je weinig controle uit kunt oefenen. Bij een handmatige slag kun je proberen effect aan je bal mee te geven, zodat je een topspin of backspin kunt slaan, waardoor betere resultaten te behalen zijn. Sla je de bal echter buiten het trefpunt dan sla je hopeloos mis.


Ondanks de aanvankelijke verwarring, is het spel gemakkelijk onder de knie te krijgen. Met een beetje oefening lukt het al snel om de bal met één of twee slagen op de green te krijgen. Putten is echter tamelijk moeilijk. De camera werkt niet altijd mee, sommige figuurtjes hebben moeite met mikken waardoor de bal niet de lijn volgt die je zou verwachten en tenslotte is het moeilijk om op het juiste moment op een knop te drukken wanneer het icoontje op de krachtmeter heel dicht bij het startpunt ligt. Een mogelijke birdie eindigt daardoor nogal eens als een bogey. Dat is frustrerend, maar wel op een manier die je uitdaagt het nog een keer te proberen.

Wanneer je met meerdere mensen speelt, dan kan je jouw figuurtje laten proberen het figuurtje van de tegenstander af te leiden door opmerkingen te maken.