Dragon Ball Z: Kakarot

Pheno

Er zijn al heel wat Dragon Ball Z-games verschenen. Tijdens de E3 van dit jaar kreeg ik dan ook een “alweer?” bij de aankondiging van Dragon Ball Z: Kakarot. Weer hetzelfde verhaal, weer met dezelfde personages. Toch blijkt het allemaal wat genuanceerder te liggen en na twee demo’s en een interview is de “alweer?” omgeslagen naar “alweer!”.

Over het verhaal van Dragon Ball Z: Kakarot kunnen we kort zijn. Ken je Dragon Ball Z, dan ken je ook het verhaal van deze game. Je landt als Kakarot op Aarde. De meeste mensen kennen hem als Goku. Daarna volgen de avonturen van hem zoals de saga’s in Dragon Ball Z waren. Raditz, Vegeta, Frieza: de hele bende komt weer opdraven voor de welbekende gevechten tussen elkaar. Op gamescom is dan bekendgemaakt dat ook de Cell-saga in de game te vinden is. Wij gaan het niet raar vinden als Buu ook nog komt opdraven, maar voor nu wordt daar nog in alle toonaarden over gezwegen.

Dragon Ball Z: Kakarot - Gohan vs Cell (Foto: Bandai Namco)

Het grote verschil tussen Dragon Ball Z: Kakarot en de laatste paar games zoals Dragon Ball Z Xenoverse 2 en Dragon Ball FighterZ? Die laatste twee zijn vechtspellen, de replay zit ‘m vooral in multiplayer. Dragon Ball Z: Kakarot is een singleplayer JRPG. Het speelt zich niet in een open-wereld af, maar denk vooral aan veel grotere arena’s dan in Xenoverse. Dit is gedaan zodat je niet meteen bij een boss staat, maar eerst op verkenning zou kunnen gaan. Dat kan nuttig zijn, want er zijn allerlei opdrachten te vinden die je weer xp en andere items opleveren.

Dat verkennen kun je natuurlijk te voet doen, maar waarom zou je als je Goku heet? Je kunt op de wolk Nimbus stappen om te vliegen, of natuurlijk zelf het luchtruim kiezen. Zo gezegd, zo gedaan en het duurde niet lang of ik zag Launch uit de Dragon Ball-serie met een zijmissie-icoon. Sommige zijn simpele “mep x beesten dood”, anders zijn complete verhalen.

In de omgeving kun je ook verder trainen door bijvoorbeeld te vissen met, een beetje raar, je afgesneden staart of gaan jagen op dinosaurussen en dergelijke. Eten is ook een belangrijk iets. Chi-Chi, Goku’s vrouw, kookt en hierdoor krijgt Goku stat-boosts. Helaas ben ik de betere opdrachten niet tegengekomen in deze eerste map, de aanwezige missies waren nogal saai. Het zou beter moeten worden, want Toriyama, de bedenker van Dragon Ball, heeft meegeschreven aan enkele verhalen.

Dragon Ball Z: Kakarot - Gohan vs Cell fighting (Foto: Bandai Namco)

De verhaalmodus van Dragon Ball Z: Kakarot laat je niet alleen de epische gevechten naspelen. Dit keer zitten er ook wat fanservice in, bijvoorbeeld de humoristische rijles-avonturen van Goku. Deze was helaas niet speelbaar in de demo’s. Na wat in de omgeving te hebben rondgevlogen, wat gevist en gejaagd te hebben werd het tijd om eens hallo te zeggen tegen Raditz, de eerste baas. Het leuke aan de bossfights is dat je net zo zwak bent als in het originele verhaal. Picolo vecht mee, maar Goku en hij kunnen Raditz amper aan. Zijn powerlevel is hoger. Na een kort gevecht gaat Picolo zijn speciale beam laden en moet Goku, ik dus, het in mijn eentje vol zien te houden.

Het vechten in Dragon Ball Z: Kakarot zelf dan. De makers hebben gezegd dat het vliegen en daarmee ook het vliegend vechten nieuw voor hen was. Eerder maakten ze de Naruto-games, daar zat geen hoogte in. De besturing valt me alleszins mee. Het enige dat niet echt in mijn systeem kwam in dit gevecht is het zelf handmatig stijgen en dalen, maar al het snelle kunst en vliegwerk van Goku zit in de game. Dus na een harde klap snel achter de tegenstander aan gaan, dat soort dingen. Voor de rest speelt het vrij herkenbaar: lichte aanval, zware aanval, dodgen, niets dat we nog nooit gezien hebben. Dat maakt het leren vechten ook meteen makkelijk.

Dragon Ball Z: Kakarot - Gohan (Foto: Bandai Namco)

Je speelt niet alleen met Goku. Het tweede gevecht was tegen Cell met alleen Gohan. In deze omgeving mocht ik niet vrij rondvliegen, maar ik werd meteen face-to-face tegen de groene Android. Helaas, want ik wilde eigenlijk wel zien of de quests in de omgeving wat leuker waren dan de standaard fetch-quests uit de eerste omgeving. Het gevecht zelf is wel episch, zoals we het van de manga/anime kennen. Cell is veel sterker, dus je moet werken om de bovenhand te krijgen. Na zo’n gevecht zie je dat de cutscenes van hoge kwaliteit zijn. Hierin zien we in dit geval Goku, Gohan’s vader hem helpen Cell te verslaan.

Dragon Ball Z: Kakarot ziet er mooi uit, het vechten gaat snel en de besturing is eenvoudig genoeg om te genieten tijdens de epische gevechten. Het enige dat me toch nog zorgen baart zijn de zijmissies. Tijdens het interview werd er aangegeven dat Toriyama-san zelf meegeholpen heeft met enkele verhalen, maar wat ik tot nu toe gezien heb is juist zo standaard. Fetch-quests zijn nou eenmaal niet het toppunt van entertainment. De makers hebben nog even: Dragon Ball Z: Kakarot komt pas in 2020 voor PlayStation 4, Xbox One en pc.