Elden Ring

Het is niet eens zo lang geleden sinds Sekiro: Shadows Die Twice, maar toch snakken veel gamers al tijdenlang naar Elden Ring. Ikzelf ben ook verslaafd aan de Souls-formule, daarom was ik blij met de kans om de recente bèta te mogen spelen.

Elden Ring is op dit moment  een van de meest gehypte aankomende games, maar fans hebben na de grote gameplaytrailer eerder dit jaar ook kritiek geuit. De verwachting voordat de gameplay werd onthuld was dat deze game wellicht iets meer van de formule zou afwijken en als nieuwe IP op zichzelf zou staan. De realiteit die de trailer liet zien is dat het grotendeels meer van hetzelfde lijkt. Maar dan met een open wereld en paarden.

De game oogt qua graphics ook echt als een spel van de vorige generatie. Het is nog steeds mooi, maar bereikt niet het grafische niveau van bijvoorbeeld de Demon’s Souls remake. Er hangen dus zeker wat kanttekeningen rondom Elden Ring. Mijn tijd met de bèta bevestigde veel van de mindere punten, maar het maakte tegelijk ook weer eens duidelijk waarom de Souls-serie mijn favoriete franchise in gaming is.

De bèta begint niet met een introductiefilmpje en vertelt verder ook niets over het verhaal. Je begint na het kiezen van een klasse simpelweg aan het spel. Daarbij kun je de optionele tutorial overslaan en binnen een minuut sta je dan buiten in de open wereld. Open werelden zijn tegenwoordig dertien in een dozijn, dus ik was vooral nieuwsgierig wat de interpretatie van From Software zou zijn en of ze ook met iets unieks konden komen.

Het goede nieuws is dat de wereld van Elden Ring erg intrigerend is. Het is bovendien een wereld die je zelf zonder hulp moet ontdekken. Op de kaart die je tevoorschijn kunt halen staan alleen icoontjes waar je bonfires hebt ontdekt, maar dus niet waar je naartoe moet of de locaties van optionele content. Het is aan de speler om zelf de wereld te verkennen. Deze aanpak heeft altijd al mijn voorkeur gehad.

Gelukkig vallen er dan ook daadwerkelijk leuke dingen te ontdekken. In het openingsgebied verschijnt er bijvoorbeeld al een heuse baas die op een paard rondrijdt en bliksemsnel nieuwe spelers kan slopen. Je kunt onmiddellijk ook meerdere richtingen op en dus op avontuur gaan. Na op de vlucht te zijn geslagen voor de ridder kwam ik terecht bij de ruïnes van een kasteel. Daar vond ik een geheim luik naar een optionele mini-dungeon met een makkelijkere baas aan het einde.

Even later werd ik nieuwsgierig naar een eiland dat dicht op de kust staat. Helaas kun je nog altijd niet zwemmen, maar ik vond een tunnel met een ondergrondse tunnel die naar het eiland leidt. Zo viel er nog veel meer te beleven, en dat terwijl het speelgebied grotendeels werd afgebakend in de bèta. Elden Ring doet hiermee precies wat goede open wereld games moeten doen: de speler nieuwsgierig maken en ze de ruimte geven om hun eigen avonturen te creëren.

Toch moet ik ook gelijk bij mijn grootste kritiekpunt komen: Elden Ring heeft geen eigen visuele identiteit.  Het spel is, zoals veel mensen hebben opgemerkt, inderdaad in zekere zin gewoon Dark Souls 4. Dat gevoel krijg je vooral van het feit dat het qua stijl daar amper vanaf wijkt. Sterker nog, ik herkende assets uit voorgaande games. Ik zag de gigantische krab uit Dark Souls 3 in Elden Ring rondlopen en de mini-dungeons hadden heel wat weg van de Chalice Dungeons uit Bloodborne. Verder zien we natuurlijk heel veel van dezelfde items en animaties. Elden Ring is gewoon van top tot teen Dark Souls en het blijft jammer dat het zich op dit vlak niet weet te onderscheiden.

Dat betekent overigens niet dat Elden Ring niets nieuws doet. Ik was bijvoorbeeld wel onder de indruk van de customization. Je kunt nu de weapon arts uit Dark Souls 3 op elk normaal wapen zetten. Bovendien kun je de scaling van je wapens veranderen vanuit de bonfire, zonder dat je daar materialen voor hoeft in te leveren. Wat dit in de praktijk betekent is dat je als speler veel meer flexibel bent in wat voor wapen en algemene build je gebruikt. Ik zat op gegeven moment vast bij een moeilijke baas en dankzij deze opties was het mogelijk om allerlei verschillende tactieken te proberen. Dat gaat de variatie van dit spel echt goed doen.

Het paard is ook een positief punt gebleken. Het beest is expres niet realistisch, want het is een soort geest die je onmiddellijk onder jezelf kunt oproepen. Hij kan bovendien double jumpen en windstromen meepakken om hogerop te komen. Het is tof dat From Software voor een meer arcade-achtige aanpak heeft gekozen en het lijkt tot nu toe een echt uniek element.

Elden Ring blijft erg interessant en in dit vroege stadium is het lastiger dan ooit om al echt conclusies te trekken. Ik ben bijvoorbeeld benieuwd of er straks wel genoeg variatie in de omgevingen zit en of de balans van het spel over de lange termijn klopt. Het is immers lastig om een open wereld game, zeker eentje die uitdagend wilt zijn, goed te balanceren. Ondanks de negatieve punten blijft dit de game waar ik persoonlijk het meest naar uitkijk. 25 februari kan niet snel genoeg komen.