The Legend of Zelda: A Link Between Worlds

A Link to the Past. Magische woorden die elke Zelda-fan kippenvel bezorgt. Dit is een spirituele opvolger van de SNES-klassieker.

Header

In The Legend of Zelda: A Link Between Worlds bezoeken we namelijk een bekende wereld, namelijk die van The Legend of Zelda: A Link to the Past. De eerste voetstappen die ik in de buitenwereld van de 3DS-titel zet zijn dan ook stappen die heel herkenbaar zijn. Niet de hele map is hetzelfde, maar de kenmerkende stukken van de oude bovenwereld zijn aanwezig. Links huisje in het midden en het eerste paleis dat ik moet zoeken ligt in het oosten, waar vroeger een aapje nog lastig deed.

Herkenbaar dus, en dat is Link zelf ook. Nintendo is met The Legend of Zelda: A Link Between Worlds weer teruggegaan naar de oude stijl van de SNES, dus Link is geen jong gupje meer, maar de jongeman zoals we hem van eerdere spellen kennen. Groene puntmuts? Check. Schild en zwaard? Check. Magiemeter? Uhm, oke, check, maar die werkt wel anders. In plaats van zelf de meter te moeten hervullen, wordt deze vanzelf weer aangevuld. Deze meter regelt niet alleen magie, maar ook of je een hamerslag mag doen, nog een pijl mag afschieten of gebruik mag maken van een mindblowing nieuwe feature, het mergen.

Mergen is namelijk zo ingenieus dat er geheel nieuwe puzzels en doolhoven mogelijk zijn. Link kan namelijk als een graffiti langs de muur lopen. Als muurtekening valt hij niet naar beneden, maar omdat de magiemeter terugloopt moet je wel snel handelen. Is de meter eenmaal op dan plop je weer van de muur af en dan werkt de normale zwaartekracht weer op je. In het oostelijke paleis wordt er veelvuldig gebruikgemaakt van de merge-feature en af en toe moet je echt nadenken hoe je problemen moet oplossen. Zeker als er bewegende platformen erbij komen, dan is er alleen nog maar te bedenken hoe lastig ze de puzzels verder kunnen maken met deze nieuwe feature.

In het oostelijke paleis kom je dezelfde bekende vijanden tegen. De octopus die zorgt dat jij ook een stuk terugglijdt als je ertegen aan slaat, de skeletten die springen als je ze probeert te slaan en natuurlijk vleermuizen. Feetjes, potjes met harten, al het vertrouwde is aanwezig, zelfs de eindbaas van het paleis moet veel mensen bekend voorkomen. The Legend of Zelda: A Link Between Worlds is duidelijk geïnspireerd op de oude SNES-klassieker en het voelt dan ook meteen vertrouwd aan.

Helaas was de buitenwereld niet in zijn geheel al beschikbaar, dus hoe het reizen tussen parallelle werelden gaat kon niet gechecked worden. Wat wel speelbaar was, was voor mij een Zelda-feestje met nieuwe elementen zoals de magiemeter en het mergen. Dat zorgt voor nieuwe gameplay in een vertrouwd jasje. Eind dit jaar komt er dan eindelijk een echte nieuwe Zelda op Nintendo 3DS. The Legend of Zelda: A Link Between Worlds gaat oude fans weer bekoren en nieuwkomers op een toffe manier kennis laten maken met een icoon uit de Nintendo-stal.