Donkey Kong Country Returns

Toen de Super Nintendo bijna verloor van de concurrerende spelcomputers, overdonderde Nintendo iedereen met de (grafische) pracht van Donkey Kong Country. Een game ontwikkeld door Rare, toen het nog hoog in het vaandel stond bij gamers. Nu mag Retro Studios, bekend van de Metroid Prime-trilogie, het opnieuw proberen. Een herleving van de oude Country-serie, daar zaten we op te wachten.

Een huis. Een afgevuurd kanon. Een grote aap verschijnt ten tonele. De opening van Donkey Kong Country werd meteen op je oogvliezen gedrukt. Retro Studios doet dat nu dunnetjes over. Aan het begin van Donkey Kong Country Returns zien we een huis, horen we een kanon dat afgevuurd wordt en zien we een aap die ten tonele verschijnt. Donkey Kong is terug en gelukkig in de meest prettige vorm waarin we hem kennen: old-skool platform-actie, rennend van links naar rechts en strijdend tegen veel te grote eindbazen.

De meest eigenzinnige kenmerken van de oudere Kong-games zijn terug te vinden in Returns. Zoals eerder gezegd rennen we van links naar rechts en moeten we het opnemen tegen dieren en insecten die veel groter zijn dan normaal, en ook de verschillende tonnen en het typische level design keren terug. Daarnaast moeten de KONG-letters gevonden worden, klopt het hart uit onze keel wanneer we wederom plaatsnemen in een mijnkar en maakt ook Diddy Kong zijn herintrede.

Het lijkt erop dat Returns zich maar weinig wil onderscheiden van de eerder uitgebrachte Country-games en dat is maar goed ook. De gameplay staat namelijk als een huis, waar een combinatie van snelheid, timing en durven nodig is om te overleven. Grootste verschillen met eerdere delen zijn de visuele stijl en de implementatie van coöperatieve mogelijkheden.

Waar de tweede speler tien jaar terug moest wachten totdat de ene aap doodging, is het nu eindelijk mogelijk om samen het level te verkennen en gebruik te maken van de verschillende eigenschappen die Donkey en Diddy hebben. Donkey is vooral heel sterk en maakt gemakkelijk een steen kapot, terwijl Diddy vooral heel behendig is. Als extra heeft de kleinste aap van het stel een pistool en een jetpack, wat een beetje jatwerk is uit Donkey Kong 64; maar ook dat is niet erg, want het komt de gameplay ten goede.

Een ander nieuw onderdeel is het gebruik van een kleine levensbalk, in de vorm van twee hartjes. Omdat je nu minder makkelijk doodgaat, ben je veel roekelozer en daarmee is de spanning van Donkey Kong Country er wel gigantisch op achteruitgegaan. Ook de visuele stijl is meer achteruitgang dan vooruitgang, je zou toch verwachten de Wii betere beelden kan laten verschijnen dan dit, kijkende naar Super Mario Galaxy.

Ondanks de kritiek is er nog voldoende overgebleven van de Donkey Kong Country-serie om je er uren, dagen en weken mee te vermaken. Donkey Kong Country Returns blaast nieuw leven in een serie die eigenlijk nooit weggeweest is en altijd in ons hart voortleefde (mede dankzij de ports van de originele games op de Game Boy en Game Boy Advance). Nintendo lijkt hiermee goud in handen te hebben. Verplichte kost voor iedereen met een Wii, dat is één ding dat zeker is.