Zou het arbeidspotentieel van migranten beter moeten worden benut?

Jippie

Volgens de Adviesraad Migratie staat 20 % van de migranten onnodig aan de zijlijn. Dit zijn zo'n 330.000 mensen die, net als hun ouders, in het buitenland zijn geboren. Als migranten een betaalde baan hebben profiteren zowel migranten, werkgevers en de samenleving hiervan. Zou het arbeidspotentieel van migranten beter moeten worden benut?

Bootvluchtelingen (@Pixabay)
Bootvluchtelingen (@Pixabay)

Als migranten even vaak een baan zouden hebben als Nederlanders zonder migratieachtergrond, zouden er ongeveer 331.000 meer migranten aan het werk zijn dan nu het geval is. Dat blijkt uit een van de week verschenen rapport van de Adviesraad Migratie over het onbenutte arbeidspotentieel onder migranten.

Dit betekent zo’n vijfde van alle migranten, waarbij met migranten wordt bedoeld mensen die zelf in het buitenland zijn geboren en van wie ook beide ouders in het buitenland zijn geboren. De adviesraad heeft dit berekend door het percentage werkenden onder autochtone Nederlanders tussen de 25 en 65 jaar te vergelijken met dat van migranten.

Het verschil in arbeidsdeelname met in Nederland geboren mensen is vooral groot bij migranten van 45 jaar en ouder en bij vrouwen. Binnen de groep migranten onder de 45 jaar is het onbenutte arbeidspotentieel bij vrouwen zelfs twee keer zo hoog als bij mannen.

Vooral onder Turkse, Marokkaanse en Syrische migranten is het onbenutte arbeidspotentieel hoog. "Als migranten even vaak zouden werken als Nederlanders zonder migratieachtergrond, zou er aanzienlijk meer arbeidsparticipatie zijn", stelt de adviesraad.

"Dit zou belangrijke voordelen opleveren voor de migranten zelf (een hoger inkomen), werkgevers (minder personeelstekorten) en de samenleving (minder afhankelijkheid van uitkeringen, hogere belastinginkomsten, meer personeel voor essentiële diensten en minder noodzaak voor arbeidsmigranten)."

Om ervoor te zorgen dat meer migranten aan het werk komen, is vooral een goede opleiding en een betere beheersing van de Nederlandse taal belangrijk, aldus de adviesraad. "Daarnaast kunnen ook andere factoren meespelen, zoals erkenning van buitenlandse diploma’s, opvattingen over de rolverdeling tussen mannen en vrouwen en discriminatie."