Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten: 'Herdenking 15 augustus blijft van grote waarde'

Monique Verlind (DJMO)

Ons Indische verleden roept nog altijd veel emoties op. Dat heeft alles te maken met het ontbreken van erkenning, denkt Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten viceadmiraal Boudewijn Boots. Hij zei dat zondag  in Den Haag bij de zogeheten Melati-lezing, aan de vooravond van de herdenking bij het Indisch Monument. Daar wordt morgen stilgestaan bij het einde van de Tweede Wereldoorlog in het Koninkrijk der Nederlanden.

“Zoveel groepen kregen nooit erkenning voor datgene wat zij meemaakten tijdens de Tweede Wereldoorlog, de onafhankelijkheidsoorlog of de moeizame aankomst in Nederland”, aldus Boots. “Het was te pijnlijk om over te praten en er was heel lang geen aandacht voor. Er wordt vaak gesproken over het ‘Indisch zwijgen’. Maar in feite hebben we het dan ook over het ‘Nederlands zwijgen’. We weten allemaal dat de Indische Nederlanders, Molukkers, veteranen en andere repatrianten niet met open armen werden ontvangen. En dat er decennia lang maar weinig oor was voor hun verhaal.”

Waren de verhalen jaren geleden al op tafel gekomen, dan lagen deze gebeurtenissen mogelijk nu niet meer zo gevoelig, veronderstelt hij. “Gelukkig is er de laatste decennia meer aandacht gekomen voor ons Indisch verleden.” Boots verwees in dit verband naar het in 2018 uitgegeven boek ‘Het zwijgen doorbroken’ van oorlogsveteraan Felix Bakker. “Die titel zegt volgens mij alles. Op allerlei manieren komen er nieuwe verhalen boven water en zijn er initiatieven om hier erkenning aan te geven.”

Dwangarbeid
Zoals het verhaal van Rachel de Vries en haar Indisch-Nederlandse familie. Haar vader is geboren en getogen op Banda Neira, dat in 1942 werd ingenomen door een Japanse marine-eenheid. Het gezin De Vries kwam gescheiden van elkaar terecht in twee interneringskampen op Celebes. Over die periode heeft haar vader lang gezwegen. Maar toen zijn vrouw overleed, stortte hij in en kwam het verleden alsnog los. Dat bracht Rachel ertoe om haar familiegeschiedenis uit te zoeken.

Haar vader had vier broers die allemaal bij het KNIL zaten. Ze werden als krijgsgevangenen naar verschillende plekken afgevoerd met onder meer het beruchte Hellship. Twee broers verrichtten onder verschrikkelijke omstandigheden dwangarbeid aan de Birmaspoorweg. Een ander verbleef in verschillende kampen op Sumatra en werkte aan de Pakan Baroe-spoorweg. De laatste broer zat in een kamp op West-Java. Twee broers kwamen om door uitputting en ziekte.

Erkenning voor het leed
De Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht reikte vorig jaar aan vier van hen postuum het Mobilisatie Oorlogskruis uit. Boots: “Het was een emotionele bijeenkomst voor Rachel en haar familie. Omdat er na al die jaren erkenning was voor het leed en de pijn waar tot dan toe geen woorden aan waren gegeven.”

Dit soort verhalen maken volgens Boots duidelijk hoezeer het Indische verleden nog leeft en sporen trekt. “De herdenking op 15 augustus is daarom nog altijd van grote waarde. Om stil te staan bij de verschrikkingen van de oorlog, maar ook om te beseffen op welke manier dit onze samenleving heeft gevormd”, aldus Boots.

Melati
De Melati (Indische jasmijn) is het herdenkingssymbool van het einde van de Tweede Wereldoorlog in Azië. Terwijl Nederland in mei werd bevrijd, moesten miljoenen mensen in Nederlands-Indië nog volhouden tot 15 augustus. Als teken van respect, betrokkenheid en medeleven dragen velen van 5 mei tot 15 augustus een Melati-speldje.