MotoGP-coureur Bastianini boekt derde zege van het jaar in Le Mans
De Grand Prix van Frankrijk in de MotoGP heeft zondag voor een prima race gezorgd. Op het Bugatti Circuit vielen de nodige schuivers te noteren, ook voorin, terwijl het thuispubliek niet de gedroomde historische thuiszege kon vieren.
We begonnen met Francesco Bagnaia op poleposition, Ducati-teamgenoot Jack Miller naast hem en ook de Aprilia Aleix Espargaro op rij één. Op de tweede rij stonden de Yamaha van Fabio Quartararo en de Ducati's van Enea Bastianini en Johann Zarco, met de Suzuki's van Joan Mir en Alex Rins en Jorge Martin's Ducati op rij drie.
Miller kende de beste start en sloeg gelijk een gat naar Bagnaia, die gevolgd werd door de sterk gestartte Rins, Bastianini en Mir. Espargaro en Marc Marquez gingen ook voorbij Quartararo, die duelleerde met Takaaki Nakagami en Zarco. Rins zou helaas Rins niet zijn als hij een goede positie uit handen gaf: hij knalde door het grind en schoof onderuit toen hij het asfalt weer betrad.
Na een paar ronden nam Bagnaia de leiding over van Miller, die richting de helft van de race gepasseerd werd door Bastianini op de oude Ducati. Het drama was kort daarna compleet voor Suzuki, dat eerder in de maand zo verrassend liet weten na 2022 uit de MotoGP te stappen: na Rins ging ook Mir onderuit, de vierde plek ging zo naar Aleix Espargaro.
Jorge Martin eindigde een paar ronden later met zijn Ducati in het grind, bij het Italiaanse merk bleef de spanning echter aanwezig: met zeven ronden te gaan deed Bastianini een eerste aanval op Bagnaia's leidende positie. Bagnaia maakte kort daarop een fout en zo kon Bastianini toch de leiding pakken.
Het bleef niet bij een verloren positie voor Bagnaia, want nog eens een paar bochten later - jagend op Bastianini - schoof hij zijn machine tegen het asfalt en was het klaar. Bastianini kwam niet in gevaar en boekte zijn derde zege van het jaar. Miller haalde plek twee binnen, Espargaro klopte Quartararo in het duel om de derde plek, voor Zarco, Marquez, Nakagami, Brad Binder en Luca Marini.