Universiteit Utrecht wrijft met 4 mei-lezing zout in wonden slachtoffers WOII

anoniem_13062022065809

De Universiteit Utrecht wrijft met een 4 mei-lezing zout in de wonden van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. De lezing verwijst namelijk naar (de Indonesische slachtoffers van) de dekolonisatieoorlog. Daarmee wordt afbreuk gedaan aan het leed van Nederlandse slachtoffers in voormalig Nederlands-Indië.

De lezing van Eveline Buchheim grijpt terug op het eenzijdige en partijdige Indië-onderzoek waarbij zij zelf ook is betrokken. Volgens dat onderzoek zou Nederland structureel extreem geweld hebben gebruikt tegen Indonesiërs tijdens de dekolonisatie van Nederlands-Indië; een episode die zij nu aan de hand van persoonlijke oorlogsverhalen wil belichten. Eerder vergeleek collega-onderzoeker Esther Captain, met een beroep op dagboekverslagen, Nederlandse militairen ook al met nazi’s.

Voor (Indisch-)Nederlandse slachtoffers en nabestaanden is de lezing op uitgerekend 4 mei extra pijnlijk, omdat zij tijdens de Tweede Wereldoorlog onder het motto “Azië voor Aziaten” werden vervolgd door Japan (toentertijd bondgenoot van Nazi-Duitsland) en samenspannende Indonesiërs. In totaal zouden er naar schatting 25.000 (Indische) Nederlanders in de beruchte jappenkampen of anderszins in gevangenschap zijn omgekomen. Het aantal Buitenkampers dat de oorlog niet heeft overleefd is onbekend.

Ook na de capitulatie van Japan zaaiden Indonesische (para-)militaire organisaties en bendes dood en verderf onder (Indische) Nederlanders vanwege hun Nederlandse en/of Europese afkomst. Ditmaal was het adagium “Indonesië voor Indonesiërs”. Het exacte aantal Nederlandse (burger)slachtoffers dat tijdens deze Bersiap-periode door Indonesiërs is vermoord is tot op de dag van vandaag onduidelijk. De schattingen variëren tussen de 5.000 en 30.000 doden en 15.000 vermisten.