25 jaar na de 'Slag bij Beverwijk': is hooligangeweld nu weer reden tot zorg?

Jippie

Vandaag is het precies 25 jaar geleden dat Ajax-supporter Carlo Picornie tijdens een gevecht tussen Ajax- en Feyenoord-hooligans werd doodgestoken op een weiland langs de A9 bij Beverwijk. Trix Pieterse van NH Nieuws onderzocht wat er sindsdien allemaal is gebeurd en veranderd als het gaat over supportersgeweld. Zo meldt AT5.

De dood van Picornie is een van de meest tragische voorbeelden van hooligangeweld in de Nederlandse geschiedenis. Bob Visser, in die tijd de korpschef van de regio Kennemerland, vertelt dat de politie bij aankomst een ravage aantrof: "Gewonden, veel slagwapens zoals knuppels en kettingen en Picornie. Op de camerabeelden van de Wijkertunnel was later te zien dat Picornie als eenling door meerdere personen was aangevallen."

Carlo Picornie was een eerste generatie F-sider. De F-side werd in 1976 opgericht door een groep supporters uit Vak F, toen nog in Stadion de Meer. Picornie was een echte Ajacied. In het supportershome kregen de jonge jongens van hem iets te drinken, maar ook een tik als ze over de schreef gingen. In het fanblad De Ajax Ster (DAS) van 9 april 1997 werd Carlo beschreven als 'het boegbeeld van de Ajax-supporters' en 'een jongen die zijn maatjes nooit in de steek liet'.

Picornies dood veroorzaakte dan ook veel woede en verdriet. Tot op de dag van vandaag wordt hij door zijn maten van de F-side en andere supportersgroepen herdacht. Zo wordt er elke vijf jaar geld ingezameld om op zijn sterfdag een paginagrote advertentie in de Telegraaf te plaatsen.

Een ander deel van het ingezamelde geld wordt dan uitgegeven aan een eerbetoon in het stadion. Zondag was er tijdens De Klassieker nog een gigantisch spandoek te zien op de F-side, met Picornies naam en zijn geboorte- en sterfdatum. Ook droegen de supporters op die tribune witte shirts met zijn naam en gezicht erop.

Incidenten
Na De Slag bij Beverwijk groeide de nieuwe aanwas in 'supportersland' volgens sportsocioloog Ramón Spaaij flink. De hoeveelheid media-aandacht werkte als een affiche voor de hooligans en de jonge jongens die op zoek waren naar sensatie zagen op nationale televisie dat er wel wat te beleven viel bij het voetbal.

Inmiddels is het geweld lang niet meer zo heftig als het in 1997 was, maar zijn er nog altijd incidenten rondom supportersgroepen. Tijdens eerdere edities van de Champions League ging het wel eens mis. Zo kostte het seizoen 2018/19, waarin Ajax de halve finale haalde, zo'n 182.000 euro aan boetes wegens wangedrag van supporters. Er zijn ook recentere voorbeelden. Zoals tijdens de laatste thuiswedstrijd in de Champions League tegen Benfica, waar een aantal supporters zonder tickets met geweld probeerde het stadion binnen te komen. Burgemeester Halsema zei hierover dat de harde kern van Ajax bij zichzelf te rade moest gaan.

De laatste incidenten lijken volgens Van der Vlies vooral veroorzaakt te worden door de nieuwe aanwas: "Deze jongens kunnen na twee jaar binnen zitten voor het eerst naar het stadion en weten niet wat ze overkomt. Die gaan er volledig voor, maar kennen de mores niet en gaan dus wat sneller over de schreef."

Dit blijkt ook uit de cijfers van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme. Waar het percentage first offenders, mensen die -in het hele land- voor het eerst de wet overtreden, altijd rond de 75 procent lag, is dit met name de laatste zes jaar toegenomen. In 2016 was zelfs 90 procent van de personen die in aanraking kwam met de politie nog nooit eerder opgepakt. Van der Vlies: "De afgelopen tijd hebben we veel groepen gezien die spontaan ergens op afkwamen om te rellen. Zo zijn er veel stadionverboden uitgedeeld aan mensen die geen seizoenkaart hadden, of mensen opgepakt bij rellen die geen link met de club hadden."

Uitlaatklep
Daniel (niet zijn echte naam) zat van zijn 16e tot zijn 23e op de F-side en beaamt de verschillen tussen de harde kern en de aanwaaiers. "Dat zijn van die pipo’s uit kleine dorpen, van die weekend-Ajacieden, en die willen gewoon lol trappen en worden heldhaftig. Die rennen voor 5 meier het veld wel op. Voor de echte harde kern gaat het daar niet om. Voor hen betekent de F-side echt broederschap. De situaties waar je samen in belandt zorgen voor diepe vriendschappen."

Hooliganisme kan volgens Daniel dienen als uitlaatklep: "Met veel jongens die daar zitten gaat het op een manier niet goed. Ze hebben problemen thuis of mentale problemen. De F-side kan dan een uitlaatklep zijn. Ze gaan naar het voetbal om het eruit te schreeuwen en om samen te zijn met hun maten. De één gaat pils drinken, de ander gaat rammen."

Daniel benadrukt dat een van de belangrijkste regels van de F-side is dat je nooit geweld gebruikt tegen 'petten en sjaals', ofwel de gewone supporters. "Die wereld draait om eer. Geweld gebruiken tegen gewone mensen is daarom echt een schande. De F-side is dan ook heel praktisch: je houdt je aan de regels en als je dat niet doet krijg je een tik van iemand boven je. Soms is dat een corrigerende tik en soms betekent die tik dat je nooit meer terug hoeft te komen."

De persoonsgebonden aanpak
De laatste jaren hebben de clubs, de KNVB, de politie en de gemeenten intensiever samengewerkt om het voetbalgeweld in te dammen. De dood van Picornie speelde volgens Spaaij een grote rol in het ontstaan van de huidige aanpak. Spaaij: "Hoewel we niet moeten doen alsof er voor de dood van Picornie nog helemaal geen beleid tegen voetbalgeweld werd gevoerd, kwam het bestaande beleid na 1997 wel in een stroomversnelling terecht. Er is een duidelijke keuze gemaakt in de aanpak: de focus is verschoven van generieke maatregelen zoals meer politie-inzet en het verbieden van uitsupporters, naar een persoonsgebonden aanpak."

Volgens Spaaij realiseerde de politie zich dat hun aanwezigheid vaak als een rode lap op een stier werkte. In plaats daarvan werd een belangrijk thema: "Hoe krijg je deze mensen in beeld en wat doet dat met hen? De politie ging dan bijvoorbeeld langs op iemands werk om te laten zien dat ze hem in de smiezen hadden."

Uit de cijfers van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme blijkt dat de politie-inzet met name de laatste tien jaar structureel is gedaald. Waar er in het seizoen van 2008/2009 nog 155.692 uur politie werd ingezet bij eredivisiewedstrijden, is dit in het seizoen van 2018/2019 gedaald naar 110.244 uur. Het aantal stadionverboden is daarentegen fors toegenomen: in 2008/2009 werden er maar 20 supporters de toegang tot het stadion ontzegd, terwijl dit in 2018/2019 wel 595 keer gebeurde.

Volgens onderzoeker Vincent van der Vlies van het Auditteam Voetbal en Veiligheid is de persoonsgebonden aanpak vijf jaar geleden echt verankerd in het voetbalbeleid. Bij deze aanpak wordt er veel aandacht besteed aan preventie.

"We hebben gemerkt dat het heel effectief is om deze mensen persoonlijk en met aandacht te benaderen. Gemeenten en de veiligheidscoördinatoren gaan het gesprek aan: 'Waarom gedraag je je zo?'. De mensen die in het stadion overlast veroorzaken doen dat bijvoorbeeld ook vaak in het uitgaansleven. Je moet daarom tot maatwerk komen en kijken wat er speelt in iemands leven. Een supporter die voor problemen zorgt in het stadion is niet alleen een supporter, maar ook een burger met een leven buiten dat stadion."

De rol van de clubs
Hoewel de samenwerking tussen clubs, gemeenten en politie tegenwoordig beter verloopt, hebben de clubs volgens Spaaij altijd een ingewikkelde positie bekleed in de bestrijding van voetbalgeweld: "Clubs willen harde kernen het gevoel geven dat ze gehoord worden en gaan met hen in gesprek. Het nadeel is dat het ook persoonlijk kan worden als je de harde kern naar binnen haalt. Er zijn weleens ruiten van bestuurders ingegooid."

"Clubs nemen ook hun verantwoordelijkheid door de dialoog aan te gaan met supporters. Het is geen eenmalige investering: die relaties moeten onderhouden worden en opnieuw opgebouwd worden met de nieuwe generaties", aldus Spaaij.

Een beroemd voorbeeld van de dubbelzinnige relatie tussen clubs en supporters is dat voormalig Ajax-voorzitter Michael van Praag de leider van de F-side - de later veroordeelde crimineel Polletje - nog heeft opgezocht in de gevangenis. Polletje had in de gevangenis lucht gekregen van de vermeende moordenaars van Picornie. Met een goed gesprek en een shirt van Richard Witschge hoopte Van Praag een geplande wraakactie uit Polletjes hoofd te praten.

Het hoofd koel houden
Sinds de dood van Picornie is er veel veranderd: de supporters zijn beter in beeld bij de instanties, het cameratoezicht is verbeterd, verdachten kunnen snel worden veroordeeld en er worden meer stadionverboden uitgedeeld.

De toename van incidenten, in 2018/2019 werden er landelijk 474 geregistreerd, betekent volgens Van der Vlies niet dat het persoonsgerichte beleid niet goed werkt: "We hoeven het onszelf niet heel erg aan te rekenen. Omdat de afgelopen twee jaar de stadions en de horeca voor het grootste gedeelte van de tijd gesloten waren, was het heel moeilijk om de nieuwe aanwas in kaart te brengen. We konden ze simpelweg niet zien. De jonge kalveren worden de wei ingestuurd en wanneer deze niet in beeld zijn, kan je daar bijna geen beleid op maken."

Zowel Van der Vlies als Spaaij benadrukken dat de toename van incidenten niet betekent dat er een nieuwe Slag bij Beverwijk aankomt. Volgens Spaaij komt geweld altijd in golfbewegingen: "Het is heftig, maar we moeten niet doen alsof het nooit zo is geweest. Bovendien zorgt onrust in de maatschappij altijd voor meer geweld in het stadion. We moeten het hoofd koel houden en op dezelfde voet doorgaan met maatwerk, en waar nodig harder straffen." Volgens Van der Vlies is de situatie niet vergelijkbaar met de chaos van de jaren 80: "We zien geen fietskettingen en messen."

Van der Vlies verwacht dan ook dat de situatie na de lockdown weer zal verbeteren: "Nu er weer wedstrijden zijn met publiek verwacht ik dat dat beeld weer terugkomt en op den duur de incidenten ook weer zullen afnemen. De persoonsgebonden aanpak die de betrokken instanties hanteren om de boosdoeners op het rechte pad te krijgen werkt echt, maar de relaties met deze personen moeten constant worden onderhouden."