VS: Weinig vertrouwen in "Big Tech"

Jippie

Bijna tweederde van de Amerikaanse burgers wantrouwt socialemediaplatforms. Volgens een onderzoek van de Washington Post doet Facebook het bijzonder slecht. Maar het onderzoek toont ook een paar verrassingen.

Bijna geen enkele andere samenleving in de westerse wereld is zo verdeeld als de VS. Ex-president Donald Trump liet deze diepe verdeeldheid duidelijk zien aan de rest van de wereld. Toch zijn de mensen in de Verenigde Staten het grotendeels eens als het gaat om het beoordelen van de grote technologiebedrijven. Volgens een onderzoek van de 'Washington Post', dat in november werd uitgevoerd onder 1122 volwassenen, vertrouwen maar weinigen de grote sociale media platforms zoals Facebook, TikTok of Instagram. Veel van de respondenten vinden daarnaast de reclame op deze netwerken opdringerig en vervelend.

Als het gaat om het verantwoord omgaan met activiteitenprofielen en de opslag van persoonsgegevens komt Facebook er volgens het onderzoek bijzonder slecht af. 72 procent zegt dat ze "weinig" of "helemaal niets" van het bedrijf van Mark Zuckerberg vertrouwen. Het Chinese videoclipplatform TikTok en de Facebook-dochter Instagram worden in dezelfde categorie net zo slecht beoordeeld. Apple, Google en Microsoft krijgen daarentegen gemengde cijfers. Alleen Amazon laat positievere cijfers zien. Een meerderheid van 53 procent zegt in hoge mate vertrouwen te hebben in het bedrijf van oprichter Jeff Bezos.

Er is nog een uitslag die vooral Facebook-baas Zuckerberg zorgen zou moeten baren: Slechts tien procent van de ondervraagden is van mening dat zijn netwerk een positieve invloed heeft op de samenleving. Zesenvijftig procent denkt dat dit juist het tegenovergestelde veroorzaakt. Zelfs onder degenen die Facebook dagelijks gebruiken, zeggen meer dan drie keer zoveel mensen dat het sociale netwerk eerder een negatieve dan een positieve invloed zou hebben.

Amerikanen willen meer controle over hun gegevens
De meeste Amerikanen zijn erg kritisch over hoe de wijze hoe internetbedrijven met persoonsgegevens omgaan. Een duidelijke meerderheid is van mening dat bedrijven de mensen niet genoeg inzage geven over alle informatie die zij van de gebruikers verzamelen.

Een kleine tien jaar geleden was een meerderheid er nog voorstander van om de techbedrijven in Silicon Valley de vrije hand te geven. In 2012 vond slechts 38 procent dat politieke inmenging nodig was. Nu is er een duidelijke ommekeer. Ruim 64 procent van de ondervraagden zou graag zien dat de politici in Washington de bedrijven meer aan banden leggen.

De diepe achterdocht van de Amerikaanse bevolking ten aanzien van internetbedrijven komt ook tot uiting in een ander punt dat door de meeste deskundigen een broodje aap verhaal wordt genoemd. Zeven op de tien Amerikanen geloven dat hun smartphones worden afgeluisterd en dat de 'slimme' speakers van Amazon (Echo) of Google (Nest) stiekem meeluisteren.

Het slechte imago wordt vaak in stand gehouden door de techbedrijven zelf. Jarenlang zijn zij ervan beschuldigd onjuiste informatie te verspreiden en dat de persoonsgegevens van hun gebruikers niet voldoende beschermd worden. Als koploper daarvan wordt vaak Facebook genoemd - te beginnen met het Cambridge Analytica-schandaal in 2018 en eindigend met de verhalen van klokkenluider Frances Haugen.

Men wordt voorzichtiger tijdens het surfen op internet
Bedrijven die online diensten of goederen verkopen, zoals Amazon of Apple, doen het beter dan sociale-mediabedrijven. De verkopende bedrijven worden meestal als positief ervaren. Dit zou kunnen zijn doordat hun bedrijfsmodel relatief gemakkelijk te begrijpen is.

Bij bedrijven als Facebook, Google of TikTok daarentegen betalen gebruikers niet met geld, maar met hun persoonlijke data. In ruil daarvoor krijgen zij doelgerichte advertenties te zien. Google en Facebook hebben deze markt vrijwel onder elkaar verdeeld, en er is nauwelijks sprake van enige concurrentie. In 2020 verdiende Google 147 miljard dollar aan reclame, wat goed is voor 80 procent van de totale omzet. Voor Facebook was dat 84 miljard dollar (98 procent van de totale inkomsten).

De afgelopen jaren zijn internetgebruikers in de VS er herhaaldelijk van beschuldigd dat men roekeloos omgaat met hun eigen datagegevens. Dit lijkt langzaam te veranderen. Zevenenvijftig procent van de respondenten op het onderzoek zegt ervoor te zorgen dat tracking wordt uitgeschakeld wanneer zij op het net surfen. De helft zegt dat zij de privacyinstellingen op mobiele telefoons en in apps dienovereenkomstig hebben aangepast. Steeds meer mensen verwijderen daarnaast regelmatig hun browsergeschiedenis of gebruiken hun browser in incognitomodus. Een flink aantal gebruikt een VPN-verbinding om te internetten om zo hun privacy beter te beschermen.

Social Media ( Pixabay)
Big Tech ( Pixabay)