Nederlandse zwemmers net buiten WK-podium op openingsdag

heywoodu

In Abu Dhabi is het wereldkampioenschap kortebaanzwemmen van start gegaan. In de eerste finalesessie kwamen al flink wat Nederlanders in actie, hoewel de medailles nog uit bleven.

Op de 4x100 meter vrije slag bij de vrouwen opende Ramoni Kromowidjojo door Nederland op plek drie te brengen, wat Marrit Steenbergen vast kon houden. Kim Busch ging er als een raket vandoor, maar zakte wat in en tikte als vierde aan, waarna het aan slotzwemster Kira Toussaint was. Die kwam nét tekort: de Zweedse Louise Hansson tikte in 3:28,80 minuten als derde aan, zes honderdsten voor Steenbergen. Het goud ging naar twee landen: het Amerikaanse kwartet tikte in 3:28,52 aan, net als Canada, en dus werd het goud gedeeld.

Ook voor de mannen op de 4x100 meter vrij was er een vierde plek weggelegd: Stan Pijnenburg, Thom de Boer, Nyls Korstanje en Jesse Puts bleven vrij ruim voor de nummers vijf en verder, maar de top-3 was nét iets te sterk. Het goud ging in 3:03,45 minuten naar Rusland, waar slotzwemmer Aleksandr Shchegolev een fraai duel won met de Italiaan Lorenzo Zazzeri, die zijn ploeg in 3:03,61 naar zilver zwom. Met 3:05,42 werden de Amerikanen derde, voor de 3:06,10 van Nederland.

Luc Kroon vertegenwoordigde Nederland in de finale van de 400 meter vrije slag, waar de jongeling niet voor een verrassing kon zorgen. Met 3:39,03 minuten verbeterde hij zijn tijd uit de series en deed hij het dus prima, het leverde plek zes op. De Oostenrijker Felix Auböck hield in de slotfase Danas Rapsys uit Litouwen van zich af en won in 3:35,90 minuten, voor Rapsys (3:36,23) en de Zwitser Antonio Djakovic (3:36,83).

Marrit Steenbergen stond keurig in de finale van de 200 meter vrije slag en ging daarin vrij hard van start, maar de rest van het veld bleek toch wat sterker aan het einde. Siobhan Bernadette Haughey zwom in 1:50,31 minuten naar het goud en een nieuw wereldrecord, voor de Canadese Rebecca Smith (1:52,24) en de Amerikaanse Paige Madden (1:53,01) - Steenbergen tikte in 1:54,32 als zevende aan.

Op de 100 meter schoolslag bij de mannen kwam Arno Kamminga zonder problemen tot de halve finales, waarin de Nederlander de snelste tijd noteerde met 56,41 seconden. Alleen de Amerikaan Nic Fink (56,48) en de Wit-Rus Ilya Shymanovich (56,54) bleven een beetje bij de Nederlander in de buurt.

De 100 meter rugslag bij de vrouwen kende twee Nederlandse dames in de halve finales en die gaan beiden door naar de finale. Kira Toussaint was met 56,05 seconden goed voor de tweede tijd, achter de Zweedse Louise Hansson (55,85), terwijl Maaike de Waard in 56,72 seconden aantikte, goed voor de zevende tijd.

De finale van de 200 meter vlinderslag bij de mannen werd een mooie, met aanvankelijk de Amerikaanse favoriet Trenton Julian die op weg leek naar goud. Alberto Razzetti kwam er echter overheen en de Italiaan zwom in 1:49,06 verrassend naar de wereldtitel, voor de Zwitser Noé Ponti (1:49,81) en de Zuid-Afrikaanse veteraan Chad le Clos (1:49,84), met Julian op de vierde plek.

Tessa Cieplucha kon haar eerste mondiale medaille bijschrijven en het werd gelijk goud voor de Canadese: op de 400 meter wisselslag was ze vooral in de tweede helft van de wedstrijd de beste, resulterend in goud in 4:25,55 minuten. De Ierse Ellen Walshe zwom in 4:26,52 naar het zilver, voor de Amerikaanse Melanie Margalis (4:26,63).

Na meerdere bronzen en zilveren medailles - en goud op de langebaan - was er eindelijk ook kortebaangoud voor Daiya Seto op de 200 meter wisselslag. De Japanner won een fraaie strijd in 1:51,15 minuten, terwijl de Amerikaan Carson Foster in 1:51,35 nét sneller was dan Razzetti (1:51,54), eerder al de winnaar van vlinderslaggoud.