Dierenbranche verwacht meer bijtincidenten coronahonden

Cobra4

Hondentherapeuten, hondenscholen en andere hondenprofessionals verwachten komende tijd een sterke toename in het aantal meldingen van bijtincidenten. Reden van zorg zijn onder andere de zogenoemde coronahonden die uit een impuls zijn gekocht en vaak slecht of niet zijn getraind.

Met name kinderen zijn de dupe; jaarlijks worden naar schatting 75.000 kinderen gebeten door een hond, aldus gedragstherapeut Cindy van Dorst. Van Dorst is gespecialiseerd in de interactie tussen hond en kind en merkt bij haar organisatie Dierbare Ontmoetingen al langere tijd een stijging in het aantal gezinnen dat om hulp vraagt omdat hun hond gromt of bijt. “Dat aantal is enigszins te verklaren doordat er sinds corona ook meer gezinnen een hond hebben, maar anderzijds komt dit ook omdat de honden én mensen niet volledig getraind en gesocialiseerd zijn. Tel daarbij op dat veel mensen die de afgelopen maanden grotendeels thuis zaten nu langzaam weer hun drukke leven oppakken en dus ook vaker van huis weg zijn. Zulke grote veranderingen kunnen een hond uit balans brengen met soms nare situaties tot gevolg”, aldus Van Dorst.

Onderzoek onder gezinnen
Uit een enquête uitgezet onder gezinnen met een hond, uitgevoerd door Pets Place en Prins Petfoods, blijkt dat een meerderheid van de 800 respondenten zich voorbereidt op een gezinsuitbreiding met een kind en een hond. In het onderzoek komt naar voren dat met name gezinnen met eerst een kind en dan pas een hond het serieus aanpakken: 65 procent van hen geeft aan voor de komst van de hond informatie te zoeken over het combineren met een kind en doet dit vooral via de hondenfokker of via vrienden en familie. Koppels met eerst een hond en dan een kind, zijn wat passiever hierin: slechts 9 procent doet vooronderzoek bij de gezinsuitbreiding. Wel geven zij unaniem aan dat ze hun viervoeter proberen te laten wennen aan de komst van een baby door de hond bijvoorbeeld te laten snuffelen in de babykamer.

Desondanks gaat het toch wel eens mis: 1 op de 10 gezinnen antwoordt dat de hond wel eens een kind omver heeft gelopen, heeft gegromd of zelfs gebeten. In 80 procent van die gevallen geeft men aan zich wel van tevoren te hebben voorbereid. Van Dorst vindt het toch een goed teken dat steeds meer gezinnen zich al vroeg bewust zijn van de mogelijke risico’s maar noemt de voorbereiding alleen niet genoeg. “Mensen zijn vaak nog te naïef en hebben een soort Disney verwachting van hoe een hond op kinderen reageert. De realiteit is dat incidenten nooit volledig te voorkomen zijn, maar je maakt de kans wel kleiner als je aanhoudend gefocust blijft op het socialiseren van en het samenwerken met je hond én kind”, legt de kind-hond gedragstherapeut uit.

Taboe op hulp vragen
Volgens Van Dorst is het belangrijk dat gezinnen daarom sneller de hulp van anderen inschakelen. Ouders met honden beseffen volgens haar niet altijd dat ze het niet allemaal alleen hoeven te doen en dat ze zich niet hoeven te schamen als ze hulp nodig hebben of als er eens iets mis gaat. “Het vergt een dorp om een kind op te voeden, laat staan een kind én hond.” Pets Place en Prins Petfoods verspreiden vanaf deze maand een boekje vol adviezen van de kind-hond gedragstherapeute om baasjes te helpen bijtincidenten te voorkomen. De therapeut is groot voorstander van betere informatieverschaffing en is daarom blij met de samenwerking.

“Menigeen is zich inmiddels wel bewust van het belang van een passend hondenras, maar dat alleen is niet zaligmakend”, zegt Van Dorst. Mensen houden volgens haar nog onvoldoende rekening met de samenstelling van het gezin en hun omgeving. “Heb je kleine kinderen die veel vriendjes over de vloer krijgen of juist pubers die met name ’s nachts leven? Dat heeft enorme invloed op de ontwikkeling van hoe je hond zich gedraagt en zal gedragen.”

Ten slotte hoopt Van Dorst dat ook meer van haar collega’s zich gaan specialiseren in de training en voorlichting aan eigenaren en kinderen. “De hondenbranche staat wat dat betreft nog echt in de kinderschoenen. Hopelijk weten hondenprofessionals en gezinnen elkaar in de toekomst sneller te vinden zodat dit soort vervelende situaties zo veel mogelijk voorkomen kunnen worden.”