OS: Wereldrecord tijdens zwemfinales, Amerikaan gaat kapot

Mexicanobakker

Naast de halve finales en 100 meter vrijfinale met de Nederlandse dames waren er nog drie andere zwemfinales in Tokio. De eerste zwemfinale kon er eentje worden met een wereldrecord, en dat stelde niet teleur. Tatjana Schoenmaker uit Zuid-Afrika was al twee keer ruim de snelste en zat twee keer dicht bij het wereldrecord van Rikke Moller Pedersen op het WK van 2013. Ook in deze race was ze snel van start, maar Lilly King ging goed mee en zo kon er even angst zijn dat ze opnieuw na twee dominante races in de finale het goud aan een Amerikaanse ging verspelen, net als op de 100 meter schoolslag. Schoenmaker zette in het tweede helft van de race de turbo aan en pakte goud in 2.18.95, voor het eerst een tijd onder de 2.19. De Amerikaanse King pakte nog wel het zilver voor haar landgenote Lazor.

De 200 meter rugslag was wat minder spannend, de Rus Rylov die ook al de 100 meter won, lag de hele race vrij ruim voor. Op het laatst leek de Amerikaan Ryan Murphy nog wel in de buurt te komen, maar Rylov sloeg de aanval af en pakte zo de titel. De Amerikaan Greenbank kon het brons pakken achter deze twee, met een ruime voorsprong op de rest van het veld.

De laatste finale op de 200 meter wisselslag voor mannen was wel een heel spannende. Michael Andrew lag tot 150 meter voor, maar van de Amerikaan is het bekend dat hij een waardeloze vrije slag heeft. Duncan Scott, de Brit, heeft de beste vrije slag van het veld en lag een stuk achter op een aantal andere toppers, zoals de Japanner Seto, de Chinees Wang en de Zwtiser Desplanches. Een voor een haalden zij Andrew in, waarbij Wang de beste papieren leek te hebben. Scott kwam nog dichtbij, maar moest het doen met een tweede plaats. Desplanches zwom naar een knappe derde plaats, terwijl Andrew met niets achter bleef.