Beachvolleybalsters pakken tweede olympisch startbewijs, mannen grijpen mis

In Scheveningen is zaterdag de Europese Continental Cup in het beachvolleybal afgerond. Op dat toernooi kon nog een laatste startbewijs verdiend worden voor de Olympische Spelen in Tokyo, dat zou gaan naar de winnaar, zowel bij de mannen als de vrouwen.

Nederland stond zaterdag in beide finales, de vrouwen namen het daarin op tegen Rusland. Pleun Ypma/Marleen van Iersel en Katja Stam/Raïsa Schoon kwamen namens Nederland in actie tegen Rusland, waar Mariia Bocharova/Maria Voronina met 18-21, 15-21 te sterk waren voor Ypma en Van Iersel.

Schoon en Stam hadden vervolgens weinig moeite met Ksenia Dabizha en Daria Rudykh, die met 21-14 en 21-13 opzij werden geschoven. In de beslissende wedstrijd speelden Schoon en Stam tegen Bocharova en Voronina, wat uitdraaide op een thriller met een beslissende derde set: 21-15, 15-21, 15-11 en dus de titel én een olympisch ticket voor Nederland.

Wie het tweede olympische startbewijs krijgt wordt zondag bepaald, de twee Nederlandse duo's spelen dan tegen elkaar. Sanne Keizer en Madelein Meppelink zijn op basis van hun positie op de ranglijst al zeker van een olympisch startbewijs.

Bij de mannen speelde Nederland tegen Zwitserland, waarbij Yorick de groot en Stefan Boemans met 15-21, 20-22 verloren van Adrian Heidrich/Mirco Gerson. Christiaan Varenhorst en Ruben Penninga waren vervolgens met 21-18, 21-13 te sterk voor Marco Krattiger/Florian Breer en dus was ook daar een beslissende partij nodig.

Penninga, die in Scheveningen Varenhorst's geblesseerde partner Steven van de Velde verving, ging in die beslissende wedstrijd na een nieuwe thriller samen met Varenhorst onderuit tegen Heidrich en Gerson: 16-21, 21-15, 12-15. Alexander Brouwer en Robert Meeuwsen zijn bij de mannen zo de enige Nederlandse vertegenwoordigers in Tokyo.