Ericsson boekt eerste IndyCar-zege, Van Kalmthout 2e en zware crash Rosenqvist

heywoodu

De eerste van twee IndyCar-races van dit weekeinde op Belle Isle in Detroit heeft voor flink wat spektakel gezorgd. Er viel een flinke crash te noteren, maar leuker was dat er aan het einde nog stevig werd gevochten om de winst.

De poleposition was voor Pato O'Ward, die Alexander Rossi naast zich en Romain Grosjean en Erik Jones achter zich had - Rinus van Kalmthout vertrok vanaf de twaalfde stek. De voorste posities veranderden bij de start niet, maar na twee ronden werden er wel gelijk al zeer vroege bandenstops gemaakt, onder meer door Van Kalmthout.

Ook leider O'Ward kwam al zeer vroeg binnen om de veel slechtere rode banden zo snel mogelijk om te ruilen en dus te voldoen aan het bandenreglement. Ook de rest van de voorste mannen kwam snel naar binnen, waardoor Will Power na tien ronden de leiding in handen had en O'Ward als eerste van de gestopte coureurs op plek dertien reed.

Scott Dixon, gestart op de zwarte banden, nam de leiding van Power soepel over en sloeg een flink gat. De veelvoudig kampioen bleef zijn voorsprong uitbreiden, terwijl onder meer Van Kalmthout na 23 ronden al een tweede stop kwam maken. Twee ronden later ging het in het middenveld fout: Felix Rosenqvist stond ineens met een aan puin gereden auto omhoog tegen de bandenstapel.

Al bijna gelijk was te zien dat Rosenqvist in de cockpit in elk geval zijn handen bewoog en dat hij dus bij bewustzijn was, maar de neus was dusdanig omgevouwen dat er ernstige zorgen waren over de benen van de Zweed. In een herhaling was te zien dat hij normaal reed, maar dat bij het aanremmen voor een bocht zijn auto ineens versnelde, mogelijk bleef zijn gas hangen tot hij de bandenstapel in knalde.

Het duurde heel even, maar na een paar minuten werd de rode vlag gezwaaid, terwijl hulptroepen druk in de weer waren om Rosenqvist allereerst te verzorgen en uiteindelijk uit zijn benarde positie te bevrijden. Dat lukte na enige tijd, waarna nog ruim de tijd genomen werd om de banden en betonblokken op hun plaats te zetten, alvorens er eindelijk weer gereden kon worden.

Met Power, Marcus Ericsson, Takuma Sato, Simon Pagenaud en Van Kalmthout voorop werd het groen gezwaaid. Pagenaud viel rap terug en dus schoof Van Kalmthout op, waarna hij ook Sato pakte, terwijl Grosjean met een lekke band naar binnen kwam. Na een ronde of vijftien begon Van Kalmthout ook flink snelheid te verliezen en dus kwam ook hij naar binnen voor nieuwe banden, wat niet soepel ging: hij reed over een rondslingerende wheelgun heen.

Door alle stops kwam O'Ward weer even aan de leiding, maar twintig ronden voor het einde maakte ook hij zijn laatste stop en daarbij kwam hij achter Van Kalmthout terecht. Nadat de laatste twee binnen waren gekomen was de volgorde zo'n beetje duidelijk: Power reed op kop, Ericsson en Van Kalmthout volgden en had een leuke voorsprong op Sato en O'Ward.

Tien ronden voor het einde begon Van Kalmthout snelheid te verliezen, waarna hij ook nog eens opgehouden werd door achterblijver Dalton Kellett - Sato profiteerde en zette 'm binnendoor. De Japanner ging met grote moeite langs Kellett, waarna Grosjean zijn auto in de muur parkeerde: caution, zes ronden voor het einde van de race. Men wilde niet onder geel eindigen en dus werd de rode vlag gezwaaid, zodat er even opgeruimd kon worden.

Na het opheffen van de rode vlag konden de auto's weer gestart worden...behalve die van leider Power, waar er geen leven in te krijgen was. Nu Kellett ook weg was kon de race hervat worden, aangevoerd door Ericsson, Sato, Van Kalmthout en O'Ward. De Nederlander ging gelijk binnendoor bij Sato, die ook O'Ward langs zich heen zag komen in de agressieve eerste bochten.

Er werd nog vrij hevig geknokt in de slotronden, maar de top-3 veranderde niet meer: Ericsson boekte zijn eerste IndyCar-zege, Van Kalmthout werd erg knap tweede en O'Ward kwam onder zijn achtervleugel als derde over de meet, ruim voor de volle bak verdedigende Sato. Ericsson is al de zevende winnaar in zeven races dit seizoen, met opmerkelijk genoeg coureurs uit zeven landen die een race wonnen.