Hockeydames overklassen Spanje met 7-1 op EK

Redactie

De vraag die dit EK boven de hockeydames hangt is in hoeverre ze kwaliteit hebben ingeleverd als gevolg van de blessuregolf. Zaterdag was de tegenstand van Ierland (4-0 winst) te mager om de eerste conclusies te kunnen trekken. Maandag kon dat wel: Nederland zette de sterkere tegenstander Spanje na een stroef begin met grote cijfers opzij: 7-1. Drie goals kwamen van de stick van Frédérique Matla.

De laatste keer dat Nederland tegen Spanje speelde, was in de poulefase op het EK van 2019. De uitslag was toen 1-1. Oranje stak op dat moment niet in beste vorm, maar het feit dat de Spanjaarden de wereldkampioen op een gelijkspel konden houden, zei ook iets over waartoe de ploeg in staat is.

Spanje is de nummer zeven van de wereld en heeft met oud-Kampong-speelster Gigi Oliva één van de beste hockeyster ter wereld in de selectie. Op papier zijn de Spanjaarden de sterkste tegenstander van Nederland in deze poule. Annan noemde ze bij de NOS zelfs een ‘finalewaardige ploeg’. Het duel met Spanje was dan ook een eerste serieuze graadmeter sinds Oranje zonder de geblesseerde Lidewij Welten, Xan de Waard, Marijn Veen en Ireen van den Assem speelt.

De eerste paar minuten had Nederland het nog best moeilijk tegen Spanje. Al snel moest keepster Anne Veenendaal met haar legguards een schot tegenhouden. De Spanjaarden haalden bovendien een strafcorner, die naast werd getipt. Enkele minuten voor het einde van het eerste kwart leed Nederland binnen een seconde of dertig drie keer achter elkaar balverlies. Het was niet overtuigend genoeg wat Oranje die fase liet zien.

Toch kwam het verschil in klasse snel bovendrijven. Maria Verschoor schoot in het eerste kwart een bal op de paal. De 1-0 viel even later alsnog. Vanaf links gaf aanvoerder Eva de Goede een bal voor die via de stick van Candela Mejías van richting veranderde, het doel van Spanje in.

De Spanjaarden leken nog niet uit het veld geslagen en haalden voor de tweede keer een strafcorner. De sleeppush werd eruit gelopen door Pien Dicke. Via een counter belandde de bal bij EK-debutant Stella van Gils. Haar voorzet eindigde op de legguards van de Spaanse keepster Maria Ruiz, maar de rebound werd binnengeschoten door Frédérique Matla. Oranje stond daardoor met 2-0 voor, waarna het spel een stuk verzorgder werd. Sterker nog, Spanje had vanaf dat moment niets meer in te brengen.

Nederland haalde voor rust vijf strafcorners, waarvan er twee slecht aangegeven of verkeerd gestopt werden. De vierde strafcorner was het de beurt aan Lauren Stam, die de 3-0 binnensleepte. Daarmee was de wedstrijd zo goed als beslist en nam de ontspannenheid in de ploeg van Alyson Annan toe, na het stroeve begin.

Vervolgens ging het hard. Na een gemiste kans voor Margot van Geffen direct na rust kreeg Nederland opnieuw een strafcorner, die Caia van Maasakker hard en hoog tegen het net sleepte: 4-0. Even later speelde Frédérique Matla keepster Ruiz uit en maakte ze de 5-0. Een minuut later tipte Matla ook de 6-0 binnen, haar derde doelpunt van de wedstrijd.

Nederland overklaste de Spanjaarden. Vijf minuten voor tijd schoot Felice Albers de 7-0 binnen. Dat Laura Barrios vervolgens de 7-1 nog maakte en Josine Koning haar eerste tegengoal in vijftien interlands incasseerde, was het enige smetje op een verder prima avond voor Oranje.