Zwemmer De Boer als snelste door, Kromowidjojo ook rap

heywoodu

Op de voorlaatste ochtend van het Europees kampioenschap zwemmen in Boedapest hebben de Nederlanders het weer prima gedaan. Op meerdere onderdelen liggen er medaillekansen, mogelijk zelfs kansen op goud.

50m vrije slag mannen
De meeste indruk werd met afstand gemaakt door Thom de Boer, die met 21,76 seconden zijn Nederlands record tot op twee honderdsten benaderde én nota bene de snelste tijd van het hele veld noteerde. De jonge Kenzo Simons tikte aan na een prima 22,13 seconden en plaatste zich als twaalfde voor de halve finales, voor Jesse Puts (19e in 22,28) en Stan Pijnenburg (22e in 22,35) lukte het niet.

50m vlinderslag vrouwen
Ranomi Kromowidjojo is een van de favorieten en met 25,88 seconden en de tweede tijd zat ze er prima bij, hoewel de Française Melanie Henique met 25,30 wel érg snel was. Maaike de Waard was met 26,11 goed voor de zevende tijd, Kim Busch (26,32) tikte aan met de elfde tijd, maar als derde Nederlandse haalt ze de halve finales niet. De jonge Tessa Giele bleef met 27,41 steken op de gedeeld 34e plek.

100m vlinderslag mannen
Met een tijd van 51,83 seconden plaatste Nyls Korstanje zich prima als gedeeld zevende voor de halve finales. Joeri Verlinden kwam er met 52,87 niet aan te pas en werd 35e, de Hongaar Kristof Milak maakte indruk door in 50,64 seconden het kampioenschapsrecord te evenaren.

50m schoolslag vrouwen
Jongeling Rosey Metz maakte een bijzonder goede indruk en met 30,63 seconden plaatste ze zich zelfs als achtste voor de halve finales. Anne Louise Palmans was met 31,55 goed voor plek 22, Tes Schouten noteerde met 31,82 de 28e tijd. De aandacht ging uit naar de 16-jarige Italiaanse Benedetta Pilato, die met 29,50 seconden een wereldrecord junioren én een kampioenschapsrecord zwom, terwijl ze slechts 0,10 seconden boven het echte wereldrecord bleef. Geheel verrassend is het dan weer niet: Pilato won in 2019 op 14-jarige leeftijd al WK-zilver op de 50m schoolslag.

4x100m vrije slag gemengd
Zoals wel meer landen kwam Nederland niet met de sterkste opstelling in actie, maar Stan Pijnenburg, Luc Kroon, Marrit Steenbergen en Kim Busch haalden in 3:27,34 zonder noemenswaardige problemen de finale: het kwartet zette de derde tijd neer, achter Italië en Polen.