Zilver voor zwemmer Kamminga en Nederlandse estafetteploeg

heywoodu

Op het Europees kampioenschap zwemmen in Boedapest kon er weer feest gevierd worden in de Nederlandse ploeg. De donderdagavond leverde twee zilveren medailles op, met nog drie avonden te gaan.

200m vlinderslag vrouwen
Een Hongaars feestje, vooral dankzij de oppermachtige Boglarka Kapas. De wereldkampioene domineerde van start tot finish en won in 2:06,50 minuten. Haar landgenote Katinka Hosszu kwam in de slotfase nog opzetten naar zilver in 2:08,14 minuten, voor de 2:08,55 van de Russische Svetlana Chimrova.

100m rugslag mannen
Een heus Roemeens succes, dat is een kleine zeldzaamheid. Robert Glinta had daar maling aan en in een prachtige finale pakte de Roemeen het goud in 52,88 seconden, voor de 52,90 van de Spanjaard Hugo Gonzalez en de 52,97 van de Griek Apostolos Christou én de Fransman Yohann Ndoye Brouard. Mewen Tomac (FRA) en Thomas Ceccon (ITA) zaten daar slechts twee honderdsten achter, de Russische topfavoriet Kliment Kolesnikov werd woensdag in de halve finales kansloos laatste - tien minuten eerder pakte hij het goud op de 100m vrije slag.

100m rugslag vrouwen
Kira Toussaint won een dag eerder goud op de 50 meter en op de dubbele - en wél olympische - afstand doet ze ook voorin mee. Met 58,73 seconden evenaarde Toussaint het kampioenschapsrecord, hoewel de Britse Kathleen Dawson er met 58,44 nog onderdoor ging. Maaike de Waard tikte aan in 59,76 seconden: goed voor plek zes en dus een finaleplek én een startbewijs voor de Olympische Spelen van Tokyo.

50m vlinderslag mannen
Met zijn tijd van 24,34 seconden was Nyls Korstanje iets sneller dan in de series en dat was goed voor een plek in de finale: hij ging als zesde door. Thom de Boer was iets langzamer dan in de ochtend en met 23,51 seconden viel voor hem het doek met de veertiende positie.

200m vrije slag vrouwen
Een prachtige finale ging uiteindelijk tussen vier vrouwen: de jonge Tsjechische Barbora Seemanova, de nog jongere Britse Freya Anderson, Charlotte Bonnet uit Frankrijk en viervoudig wereld- én Europees kampioene Federica Pellegrini uit Italië. Seemanova liet in 2018 haar talent al zien met dubbel goud op de Olympische Jeugdspelen, dit keer pakte ze in een prachtstrijd haar eerste seniorentitel: goud in 1:56,27 minuten, twee honderdsten voor Pellegrini. Anderson pakte in 1:56,42 het brons, net voor Bonnet.

200m schoolslag mannen
Arno Kamminga begon zoals wel vaker relatief rustig, waarna hij in het laatste baantje op knappe wijze naar voren kwam zetten. Het was niet meer genoeg om Anton Chupkov van het goud te houden (2:06,99), maar met 2:07,35 pakte Kamminga net als op de 100 meter wel het zilver, voor de 2:07,66 van de Zweed Erik Persson. Caspar Corbeau finishte in 2:09,73 als zevende, een goede prestatie, maar een seconde te langzaam voor de olympische limiet.

200m wisselslag mannen
Hubert Kos zorgde in de halve finales voor een wereldrecord bij de junioren, landgenoot Laszlo Cseh was de grootheid, maar in een mooie finale kwamen ze beiden niet op het podium: Hugo Gonzalez ging er nog geen uur na het zilver op de 100m rugslag vandoor met het goud in 1:56,76 minuten. Hij klopte de Zwitser Jeremy Desplanches met 0,19 seconden, terwijl Alberto Razzetti uit Italië met 1:57,25 op minder dan een halve tel het brons pakte.

4x100m wisselslag gemengd
Het circusnummer aller circusnummers sloot de avond af en zoals gebruikelijk viel er tijdens de finale geen touw aan vast te knopen. Na optredens van Kira Toussaint, Arno Kamminga en Nyls Korstanje was het aan Femke Heemskerk om een medaille binnen te halen. Dat lukte: met een fenomenale splittijd van 51,87 seconden zwom ze Nederland naar het zilver. Goud was voor de Britten, die met 3:38,82 ruim twee seconden rapper waren dan het nieuwe Nederlands record van 3:41,28. Italië ging er met het brons vandoor.