Badr T. weet niets van WhatsApp-fraude

Floris_Stempel

De 21-jarige aanwinst voor de Nederlandse maatschappij, Badr T., heeft in zijn korte tijd op deze aardkloot al een strafblad van zeventien kantjes bij elkaar gespaard. In december 2020 werd hij in Utrecht opgepakt en geldt hij als hoofdverdachte in een WhatsApp-fraudezaak waar ruim 25.000 euro is buitgemaakt.

Verdacht gedrag met twee vriendjes bij een pinautomaat werd Badr fataal. Toen de politie de auto doorzocht waar de jonge verdachte mee aan was komen rijden, bleek daar de telefoon te liggen waar meerdere fraudeberichtjes mee waren verstuurd. "Vreemd", vond Badr, die woensdag voor de rechter stond.

Conversaties met acht slachtoffers stonden in de telefoon. Acht van de in totaal 24 die aangifte hadden gedaan. "Ik heb die telefoon niet gebruikt voor oplichting", aldus Badr. Hij gebruikte die telefoon wel voor communicatie met zijn vriendin. In totaal 1100 berichtjes werden in 2,5 maand naar haar verstuurd.

"Ik was rond die periode zelf slachtoffer van identiteitsfraude. Ik heb alle schijn tegen maar het is gewoon niet zo", zo blijft hij volhouden dat hij niet gefraudeerd heeft.

Alle fraudegevallen verliepen volgens eenzelfde patroon. Slachtoffers werden via WhatsApp benaderd door zogenaamd een familielid of vriend met een nieuw telefoonnummer. Na het bespreken van alledaagse zaken, kwam uiteindelijk de vraag om een bedrag over te maken vanwege 'een storing bij de bank'. En veel slachtoffers trapten daar in.

De verdachte verweert zichzelf door te stellen dat hij dat geld helemaal niet nodig heeft, de aandelenhandel brengt genoeg geld in het laatje. Officier van justitie Teis Tanghe gelooft er geen donder van. "Als je alle bewijsmiddelen samen ziet dan komt daaruit dat u schuldig bent aan die acht zaken en de ‘grote baas’ was achter alle 24 zaken. Hier zijn veel mensen de dupe van geraakt. Zij zijn hun vertrouwen kwijtgeraakt. Dit willen we niet als samenleving, er moet een duidelijk signaal komen."

De advocaat eist vrijspraak, want zijn client heeft niet eens een vaste telefoon. De officier eiste twee jaar cel, waarvan een half jaar voorwaardelijk. Dat leverde een frons van Badr en een schamper lachje van zijn vriendin op.