Russische langlaufers slaan toe in prachtige Engadin

De World Cup-finale in het langlaufen is van start gegaan in de Engadin, de prachtige vallei in Zwitserland waar onder meer St Moritz in ligt. De slotwedstrijden in Noorwegen werden vanwege de COVID-19-maatregelen aldaar geannuleerd en in de omgeving van St Moritz stond men klaar om voor het eerst een World Cup-wedstrijd te organiseren. Dat begon met een massastart in klassieke stijl in Silvaplana, vijftien kilometer voor de mannen, tien voor de vrouwen.

Mannen
Bij de mannen waren concurrenten en favorieten Alexander Bolshunov uit Rusland en Johannes Høsflot Klæbo constant voorin het peloton te zien, vooral vanaf halverwege de wedstrijd. In de laatste van vier ronden opende Bolshunov ineens de aanval en die kon niemand pareren: de Rus won op overtuigende wijze, Klæbo werd op 18,4 seconden tweede door landgenoot Pål Golberg nipt te kloppen. De Zweed Jens Burman werd knap vierde, voor de Noor Simen Hegstad Krüger.

Vrouwen
Therese Johaug was de absolute topfavoriete, maar in de ochtend kwam het bericht dat de Noorse wegens een ontsteking aan haar pols niet zou starten. Anderen moesten het dus doen, halverwege waren de Russische Yulia Stupak, de Zweedse Ebba Andersson, de Amerikaanse Jessica Diggins en het Noorse duo Heidi en Tiril Udnes Weng los van de rest. Laatstgenoemde moest in de slotfase lossen, ook World Cup-winnares Diggins hield het niet meer vol. Stupak versnelde nog eens en dat was de genadeklap: de Russische won, voor Weng, Andersson en de sterk gefinishte Duitse Laura Gimmler.