Noorse biatleten openen WK met overtuigend goud

In het Sloveense Pokljuka is woensdag het wereldkampioenschap biatlon van start gegaan. Dat gebeurde met de gemengde estafette, dit keer met eerst twee mannen en daarna twee vrouwen in plaats van andersom, waarbij ze alle vier 7,5 kilometer aflegden.

Er was maar één land dat van begin tot eind in de voorhoede streed en dat was Noorwegen. De nummers één en twee in de World Cup bij zowel de mannen als de vrouwen kwamen in actie: Sturla Holm Lægreid gaf op een paar tellen als derde het stokje door aan Johannes Thingnes Bø, die de leiding pakte. Tiril Eckhoff hield dat ondanks wat lastig schieten vast, Marte Olsbu Røiseland maakte het bijna nog even spannend, maar haalde het goud binnen.

De strijd om zilver was spannender, hoewel dat na sterke optredens van Emilien Jacquelin en Quentin Fillon Maillet vrij soepel naar Frankrijk leek te gaan. Anaïs Chevalier-Bouchet ging bij het staand schieten echter flink de mist in, Julia Simon kon dat niet meer goedmaken en Frankrijk werd vijfde. Die tweede plek ging verrassend naar Oostenrijk, uitgerekend op het moment dat coach Ricco Gross met een positieve COVID-19-test op zak op TV moest kijken.

David Komatz en Simon Eder liepen bij elkaar een minuut achterstand op, Dunja Zdouc verkleinde dat een beetje en wisselde als vierde. Lisa Theresa Hauser schudde de concurrentie van zich af en hielp Oostenrijk naar verrassend zilver, voor het Zweden van Sebastian Samuelsson, Martin Ponsiluoma, Linn Persson en Hanna Öberg, die de Oekraïnse Olena Pidhrushna in de sprint om brons klopte.

Met Florent Claude, Thierry Langer, Lotte Lie en Rieke de Maeyer eindigde België met uitstekend schieten op een keurige 21e plek in het veld van 27 landen.