Deceptie Van Kalmthout in IndyCar-race Iowa

heywoodu

De vierde race van het seizoen in de IndyCar Series is voor Rinus van Kalmthout geëindigd met een deceptie. De Nederlander zat er uitstekend bij, maar juist op dat moment werd hij uit de race geramd door een coureur achter hem.

Veteraan Tony Kanaan, die een gedeeltelijk seizoen rijdt, gaf zichzelf en zijn collega's de opdracht de motoren te starten en met Conor Daly voor het eerst in zijn loopbaan op poleposition - en kampioen Josef Newgarden ernaast - werd het groen even later gezwaaid, terwijl Rinus van Kalmthout vanaf de dertiende plek vertrok.

Newgarden bleef even geduld houden, maar na tien ronden stak hij voorbij Daly, die steeds iets verder terugzakte. Na een ronde of zestig werd de eerste ronde pitstops geopend, Newgarden en Will Power kwamen vrij laat binnen en bij Newgarden ging de stop weer niet geweldig. Power kwam er voorbij en reed vervolgens ook langs tijdelijk virtueel leider Simon Pagenaud, die ruim tien ronden eerder stopte.

Felix Rosenqvist kwam pas na zo'n 85 ronden binnen en verloor aan het einde meer dan twee seconden per rondje op zijn oude banden, maar mogelijk probeerde de Zweed het met slechts twee stops te doen. Takuma Sato was juist zo'n twintig ronden voor de rest naar binnen gekomen en de Japanner had dan ook de leiding in handen, hoewel Power en Newgarden met rasse schreden dichterbij kwamen.

Halverwege de race werd de tweede pitstopserie geopend, met Sato die het toch op plek één vol wist te houden tot hij naar binnen moest - helaas ging zijn stop niet helemaal soepel. Van Kalmthout werkte zich ook lekker naar voren en ging zelfs voorbij aan Power, die op dezelfde strategie zat. Power kwam dan ook naar binnen, snel gevolgd door Newgarden, waardoor Pagenaud en Van Kalmthout voorin reden.

Met ruim honderd ronden te gaan was het ineens klaar voor Power: de veteraan hing zijn auto met een aflopende band in de muur, waardoor leiders Pagenaud en Van Kalmthout, net als Colton Herta, hun tweede stop op een mogelijk perfect moment konden maken. De situatie was door dit alles als volgt: Arrow McLaren-rijders Pato O'Ward en Oliver Askew reden voorop, voor Sato, Alexander Rossi en Daly. Daarachter reden Pagenaud, Van Kalmthout, Herta, Scott Dixon en Marcus Ericsson, die 15 tot 25 ronden nieuwere banden hadden.

Met ineens podiumkansen voor Van Kalmthout konden we door...tot de herstart werd afgeblazen, met niet zulke beste gevolgen: Herta klapte achterop Van Kalmthout en vloog - gelukkig zonder nare gevolgen - de hekken in, maar voor beide heren was de race klaar. Na een lange onderbreking gingen we dan weer door, met O'Ward en Askew voorop en onder meer Rossi, Daly en Ericsson die hun in principe laatste stop onder geel gemaakt hadden.

Pagenaud reed zich rap naar de leiding, O'Ward en Askew kwamen niet veel later binnen - bij O'Ward ging dat alvast niet bepaald lekker. Askew was na zijn stop druk bezig om zijn ronde achterstand goed te maken, wat hij met dertig ronden te gaan voor elkaar kreeg. Leider Pagenaud moest in principe ook nog naar binnen, net als Dixon, terwijl Rossi op plek drie waarschijnlijk het einde van de race zou kunnen halen zonder stop.

Met tien ronden te gaan kreeg Pagenaud te horen dat hij het op brandstof waarschijnlijk tóch ging halen, net als Dixon, die vlak achter hem reed. De twee hielden het inderdaad vol en vanaf de 23e en laatste startplek wist Pagenaud de race op zijn naam te schrijven, voor Dixon en de knap naar voren gereden Askew én O'Ward.