NASCAR: Teringherrie in dorpje, eindelijk winst voor Elliott

heywoodu

De vierde post-COVID-19-race in de NASCAR Cup Series is alweer verreden. Dat gebeurde donderdagavond op de Charlotte Motor Speedway, waar zondag de Coca-Cola 600 al verreden werd. De race stond woensdag op het programma, maar werd wegens de regen uitgesteld.

Met een dag vertraging kon het veld op gang gevlagd worden, met op poleposition William Byron, naast Alex Bowman en voor Michael McDowell en Matt DiBenedetto. Het waren vervolgens ongeveer drie leuke bochten, alvorens het geel gezwaaid werd voor een een pittige klap van Garrett Smithley en Joey Gase, twee mannen die alleen om dit soort redenen in beeld komen.

Byron en Bowman bleven na de herstart voorop rijden, en na twintig ronden volgde de geplande competition caution. Voor Byron ging de pitstop niet best: bij het wegrijden werd hij aan de zijkant geraakt door Corey LaJoie, waardoor hij een extra pitstop moest maken om een en ander wat te fatsoeneren. Joey Logano nam dankzij de pitstop ondertussen de leiding bij de herstart en daarmee konden we verder.

Het duurde niet lang, want na een paar ronden volgde alweer een caution: veteraan Matt Kenseth was gespind, zonder noemenswaardige schade. Het geel werd echter al snel gevolgd door rood, want er hing onweer in de lucht. Na een flinke onderbreking - de zon was inmiddels vertrokken - kon het groen weer gevlagd worden, Logano en Ryan Blaney hadden de voorste posities in handen. Logano won de verder niet echt bijzondere stage, voor DiBenedetto en Blaney.

Het ging al vroeg fout

Met Logano en Blaney voorop - en nu Bowman en Kevin Harvick erachter - werd stage twee geopend. Kyle Busch zat er niet ver achter, maar kwam in de problemen: de kampioen zat tussen Aric Almirola en Ricky Stenhouse Jr bekneld, wat resulteerde in een lekke band voor Rowdy. De jonge Quin Houff en Brennan Poole kwamen vervolgens in beeld, net als Smithly en Gase twee mannen waarbij dat geen goed nieuws is: ze raakten de muur, caution dus.

Bowman nam de kop voor de herstart en behield die positie ook tot en met het einde van de stage, die hij ruim voor Logano en Chase Elliott pakte. Met Bowman en Logano voorop en Blaney en Harvick erachter begonnen de laatste ruim 85 ronden, waarbij ook Elliott zich weer voorin meldde. Niet veel later had Harvick de leiding in handen en ging het fout voor Bowman: hij maakte een flinke tik tegen de muur en moest snel een pitstop maken om een en ander uit te deuken.

Pech voor Rowdy

Een door Timmy Hill veroorzaakte caution bracht de boel snel weer bij elkaar. Iedereen kon zo naar binnen voor nieuwe banden en een bomvolle tank, waarmee de finish precies gehaald moest kunnen worden. Harvick bleef op kop, Denny Hamlin schoof door naar plek twee. Die raakte hij kwijt aan Elliott en met minder dan dertig ronden te gaan was hij het die Harvick passeerde en de leiding in handen pakte.

Harvick begon in de slotfase langzaam terug te vallen, ook Blaney, Ricky Stenhouse Jr en Hamlin kwamen er voorbij. Hamlin reed zelfs nog naar de tweede plek, maar de winst van Elliott kwam niet meer in gevaar en dus was het tijd voor teringherrie in de avonduurtjes in Dawsonville: de lokale bar slingert er de sirene aan als Elliott wint, zoals ze ooit begonnen te doen bij zeges van zijn immens populaire vader Awesome Bill From Dawsonville.

Een dag eerder ging de sirene ook al aan, want toen won Elliott in de Truck Series. Het was sowieso een welkome zege, na tegenvallers in de vorige twee races: eerst werd hij met prima winstkans in de rondte getikt, zondag ging hij vanaf de leiding en met twee ronden te gaan naar binnen, wat hem mogelijk de winst gekost heeft.

Elliott wint