Zr.Ms. Willemstad na explosievenjacht weer thuis

Monique Verlind (DJMO)

Bijna 30 explosieven, waaronder Russische en Engelse zeemijnen. Zr.Ms. Willemstad vond ze afgelopen 4 maanden, voornamelijk in de Noordzee. De mijnenjager maakte er deel uit van de zogenoemde Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 (SNMCMG1). Het marineschip keerde vandaag terug in Den Helder.

De explosieven zijn onder meer gevonden met de nieuwste onderwaterrobot, de REMUS 100 Next Generation. Hiermee ervaring opdoen is volgens de commandant, luitenant ter zee der 1e klasse Sander Kool, belangrijk. “Op de nieuwe mijnenjagers, die vanaf 2024 worden verwacht, spelen de zelfstandig inzetbare onderwaterrobots namelijk een cruciale rol."

De NAVO heeft met de SNMCMG1 permanent een groep mijnenjagers beschikbaar. De eenheden voeren mijnenjachtoperaties uit en ruimen explosieven, voornamelijk uit de Tweede Wereldoorlog. Deze projectielen vormen nog altijd een dreiging voor scheepvaart en visserij. De Koninklijke Marine levert continu mijnenjagers aan de NAVO voor snel inzetbare vlootverbanden zoals de SNMCMG1.

Dat was nu dus de Willemstad. Het schip vertrok 2 februari, toen de wereld nog niet te kampen had met het COVID-19-virus en de bemanning geen risico liep op besmettingen aan boord. Toen de situatie tijdens de reis veranderde zijn er voorzorgsmaatregelen genomen. Om kans op corona te minimaliseren werd een aantal havenbezoeken afgelast. Ook gingen sommige oefeningen niet door. Kool is trots op deze bemanning. “Ondanks de onzekere periode heeft die het hoofd niet laten hangen, maar is doorgegaan. De steun van het thuisfront en de organisatie was hierin cruciaal.’’

Tegenover de tegenslag, boekte Zr.Ms. Willemstad met het vinden van de explosieven een mooi resultaat. De bemanning kan daardoor toch met voldoening terugkijken op de inzetperiode.

Zr. Ms. Willemstad (Afbeelding: Defensie)
Zr. Ms. Willemstad (Afbeelding: Defensie)