Gezondheid en zorg internationaal vergeleken

Monique Verlind (DJMO)

Internationaal gezien heeft Nederland een relatief laag percentage rokers en in het buitenland opgeleide artsen, en wordt er relatief weinig besteed aan niet vergoede geneesmiddelen. Dat blijkt uit de nieuwe editie van de OESO-publicatie Health at a glance 2019, met indicatoren over gezondheid en zorg van een groot aantal, voornamelijk westerse landen.

Het percentage dagelijkse rokers van 15 jaar of ouder in Nederland is gedaald van 23 procent in 2007, naar 17 procent in 2017. De daling was iets sterker dan gemiddeld in de OESO-landen, het percentage rokers ligt net onder het OESO-gemiddelde. Het gemiddelde percentage rokers in de OESO-landen is 18 procent (2017) en was 23 procent (2007).

De verschillen tussen de landen zijn groot. In Griekenland is het percentage rokers gedaald van 40 in 2006 naar 27 in 2014. In enkele landen zijn er relatief meer rokers gekomen, zoals in Slowakije en Oostenrijk. Maar in veruit de meeste landen zijn er minder rokers dan vroeger.

Relatief weinig artsen in het buitenland opgeleid
Nederland heeft met 2 procent een relatief laag aandeel artsen met een buitenlands diploma (2017). Veel andere landen hebben een groter aandeel in het buitenland opgeleide artsen. In Israël heeft 58 procent van de artsen een buitenlands diploma. In een aantal landen zijn artsen opgeleid in een buurland, zoals in Noorwegen en Zweden. In ons land zijn Nederlandse artsen werkzaam met een Belgisch diploma. In Engelssprekende landen is de uitwisseling groter vanwege de taal. Van de Europese landen heeft Ierland met 42 procent het grootste aandeel in het buitenland opgeleide artsen. 1 op de 5 buitenlandse artsen in Ierland is Pakistaans.

Weinig eigen betalingen aan geneesmiddelen
De eigen betalingen aan genees- en verbandmiddelen bedroegen in Nederland 2 procent van de uitgaven aan gezondheidszorg, ongeveer net zo veel als in Frankrijk en Duitsland. Het percentage eigen betalingen is lager dan in België (4 procent), en veel lager dan in Griekenland (13 procent) en de Verenigde Staten (12 procent).

In Nederland is het aandeel eigen betalingen aan geneesmiddelen niet veel hoger dan tien jaar eerder. Het is tussen 2008 en 2013 vooral gestegen door het hoger geworden eigen risico. In Griekenland en Spanje is de laatste jaren het aandeel eigen betalingen bijna (Spanje) of meer dan (Griekenland) verdubbeld.

Het percentage dagelijkse rokers is een OESO-indicator. In de Staat van volksgezondheid en zorg wordt voor internationale vergelijking het percentage rokers inclusief incidentele rokers gebruikt.