Medailleoogst op WK roeien: goud, zilver, zilver en brons
De Nederlandse roeiploeg heeft een uitmuntende dag achter de rug op het wereldkampioenschap in het Oostenrijkse Linz-Ottensheim, waar zaterdag de eerste finales werden gevaren op de olympische onderdelen.
Nederlandse medailles
In de dubbel-vier pakte Nederland eerder dit jaar al Europees goud, nu was er voor Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers de wereldtitel en met enig machtsvertoon: Polen eindigde op een dikke bootlengte afstand met zilver, vlak voor Italië.
Ellen Hogerwerf, Karolien Florijn, Ymkje Clevering en Veronique Meester vochten in de vier-zonder een mooie strijd uit met Australië. Die bleken in de slotfase net iets sterker en wonnen net als in 2017 het goud, maar Nederland hield Denemarken van het lijf en pakte zilver.
In de lichte dubbel-twee was het de beurt aan Marieke Keijser en Ilse Paulis, die eveneens een mooi duel uitvochten. Zoe McBride en Jackie Kiddle uit Nieuw-Zeeland waren een klasse apart, maar Keijser en Paulis hielden het Britse duo Emily Craig/Imogen Grant van het lijf en wonnen zilver.
Voor Olivia van Rooijen, Inge Janssen, Sophie Souwer en Nicole Beukers was er in de dubbel-vier brons weggelegd. Nederland won het goud in 2017 en pakte vorig jaar ook brons, nu was vooral China veel te sterk. Polen knokte met Nederland om het zilver en won dat duel met enkele centimeters.
In het pararoeien deden Annika van der Meer en Corné de Koning in de finale van de gemengde dubbel-twee mee in de strijd om goud. Die ging tussen het Nederlandse duo en de Britten Lauren Rowles en Laurence Whiteley, die nét iets sterker bleken. Het brons ging naar Frankrijk.
B- en C-finales
In de vier-zonder werd de B-finale gewonnen door Vincent van der Want, Boudeweijn Roell, Jan van der Bij en Nelson Ritsema. Ze pakten daarmee het startbewijs voor de Olympische Spelen, maar NOC*NSF heeft wel weer bijzonder strenge extra eisen gesteld waar ze volgend jaar aan moeten voldoen in de World Cups of op het EK.
Freek Robbers en Michiel Mantel werden zesde en laatste in de C-finale van de twee-zonder, waarmee ze het toernooi als achttiende afsloten.
Finales zonder Nederlanders
In de twee-zonder ging het goud met grote overmacht naar de Kroatische broers Martin en Valent Sinkovic, de regerend olympisch kampioenen in de dubbel-twee. Thomas Murray en Michael Brake uit Nieuw-Zeeland kwamen met een goed einde nog in de buurt, maar pakten zilver, voor Sam Hardy en Joshua Hicks uit Australië.
Bij de vrouwen ging het tussen Grace Prendergast/Kerri Gowler uit Nieuw-Zeeland en Jessica Morrison/Annabelle McIntyre uit Australië, waarbij de Nieuw-Zeelanders het wonnen. Uittredend kampioenen Caileigh Filmer en Hillary Janssens eindigden namens Canada met het brons.
De vier-zonder bij de mannen werd een overduidelijke prooi voor de Polen. Roemenië kende een indrukwekkende eindsprint en ging voorbij de Britten nog naar het zilver.
In de lichte dubbel-twee zat Paul O'Donovan in de boot met Fintan McCarthy, die Paul's broer Gary in de trials had verslagen. De O'Donovans werden vorig jaar nog wereldkampioen en dit keer lukte het Paul met een nieuwe partner. Na een rustige start kwamen ze naar voren en domineerden ze de race, terwijl Stefano Oppo en Pietro Ruta uit Italië voor de derde keer op rij zilver pakten, voor de Duitsers Jonathan Rommelmann en Jason Osborne.