761 knoflookpadden uitgezet in Oost-Nederland

Monique Verlind (DJMO)

In de nacht van woensdag op donderag zijn er door medewerkers van ARTIS 761 knoflookpadden uitgezet in natuurgebieden rond het Gelderse Ewijk en Landgoed De Poll. Het is het achtste opeenvolgende jaar dat ARTIS zich samen met beschermingsorganisatie RAVON inzet voor het reddingsplan voor de knoflookpad. De knoflookpad is een van de meest bedreigde amfibiesoorten van Nederland.

Om de populaties knoflookpadden in Nederland te vergroten, viste RAVON in het voorjaar de eisnoeren uit het water. Duizenden eitjes werden door de ARTIS-dierverzorgers in een veilige omgeving grootgebracht tot larven en padden. Omdat knoflookpadden nachtactieve dieren zijn, werd er tot na zonsondergang gewacht voor de uitzetactie. In het late voorjaar werden er al verschillende keren paddenlarven terug in het water gelaten, in totaal zo’n 14.000. Of de knoflookpad uiteindelijk op eigen kracht zal gaan voortplanten en overleven, moet nog blijken.

Tot zo’n dertig jaar geleden waren er wel honderd vindplekken van de pad in Nederland, maar tussen 1990 en 2000 kromp het aantal knoflookpadpopulaties in Nederland met de helft. Hun leefgebied werd gebruikt voor onder andere huizenbouw, wegenbouw en intensieve landbouw, waardoor er steeds minder plek was voor de knoflookpad. Daarnaast kwamen er nieuwe, uitheemse soorten zoals de zonnebaars in hun omgeving die zich met hun larven voedden. Ondanks verbetering van hun leefgebied, lukte het de knoflookpad niet om op eigen kracht van de bedreigde status af te komen. Het uitzetten van de in ARTIS grootgebrachte padden en paddenlarven moet zorgen voor een grotere genetische diversiteit binnen de bestaande populaties. De kans op groei van die populaties neemt daardoor toe.

De knoflookpad (Pelobates fuscus) heeft een gedrongen bouw en is zo’n 4,5 tot 6,5 cm groot. Op hun rug hebben ze groenbruine markeringen en dieporanje spikkels. Overdag zitten de padden onder de grond. Ze graven zich tot wel 30 centimeter diep in. ’s Nachts komen ze tevoorschijn en gaan ze op jacht. De pad dankt zijn naam aan de geur die hij uitscheidt als hij zich bedreigd voelt.