COC vreest meer anti-homogeweld tijdens Pride dan officieel bekend is

Anakha

Twee bij het COC, vier bij het Meldpunt Discriminatie en (nog) geen cijfers bij de politie. Dat is nu hoeveel er officieel bekend is over anti-homogeweld tijdens het afgelopen Pride-weekend. Maar: het COC en de politie waarschuwen ervoor dat lang niet ieder slachtoffer aangifte kan of wil doen en dat het aantal incidenten daadwerkelijk dus véél hoger ligt.

"Als ik zelf al meemaak dat ik hier op straat loop bij de Pride - hand in hand met mijn vriendinnetje - en ik word daar al vijf keer over aangesproken, dan is dat eigenlijk al vijf keer aangifte. Heb ik ook niet gedaan", vertelt Astrid Oosenbrug, voorzitter van COC Nederland. Net als zij, doen of deden veel slachtoffers geen aangifte.

Volgens het COC komt 70 procent van de LHBTI'ers in aanraking met discriminerend geweld; zowel fysiek als verbaal. Toch doet maar 15 procent van hen aangifte. "Het lijkt nu, als je naar de officiële cijfers kijkt, alsof er niets gebeurd is. Terwijl de verhalen anders zijn", vertelt Oosenbrug. Maar waarom is het voor de slachtoffers zo lastig om aangifte te doen?

'Grow a pair'
Gisteren vertelden Ana en Katya al dat zij twijfelden om aangifte te doen nadat zij werden mishandeld: "Ik voelde me schuldig, gaf mezelf de schuld. Veel mensen zeggen dat we gewoon hadden moeten doorlopen." Oosenbrug ziet dit ook gebeuren: "Er wordt gezegd van, 'grow a pair'. Wees een echte vent of vrouw. Kweek maar een dikke huid." Ook is er een sterk gevoel dat er vaak niets wordt gedaan met de aangifte en dat aangifte doen ontmoedigd wordt. "Dan komt het gevoel: wel of niet aangifte doen? En wijkt het eerder naar niet aangifte doen."

Roze in Blauw
De politie benadrukt slachtoffers om juist wél aangifte te komen doen, eventueel bij Roze in Blauw: "Het is heel belangrijk dat je je komt melden. Dan kunnen we het noteren, registreren en krijgen we een beeld van wat er gebeurt in de stad." Oosenbrug kan dit beamen: "Zij hebben verstand van de materie. Ze snappen hoe het voelt en wat het met je doet. Ze geven je het vertrouwen dat je je verhaal kan doen." De politie voegt hieraan toe dat het altijd in eerste instantie alléén een gesprek is, waarbij niets wordt verplicht.

'Meten is weten'
Wanneer er aangifte wordt gedaan, zal het hoe dan ook geregistreerd worden. Ook al gebeurt er niets mee en vindt er geen vervolging plaats. Al die meldingen zullen uiteindelijk worden verwerkt in rapporten, die bij o.a. de politiek terecht zullen komen. Daarom vindt Oosenbrug het essentieel dat, ook al is er geen hoop op vervolgstappen, er aangifte gedaan wordt: "Laat maar zien; we pikken het gewoon niet meer."