Oriënterend feitenonderzoek Rijksrecherche naar twee voormalige hoofdofficieren

Monique Verlind (DJMO)

Het College van procureurs-generaal heeft besloten een oriënterend feitenonderzoek in te stellen naar mogelijk strafbaar handelen door de voormalig hoofdofficieren van parket Rotterdam en het Functioneel Parket. De aanleiding hiervoor zijn de uitkomsten van het rapport van de commissie Fokkens, met name hoofdstuk 4. Dit hoofdstuk is op 26 juni openbaar gemaakt. Het College gaf vorig jaar deze commissie Fokkens opdracht tot een onafhankelijk onderzoek naar onder meer het bestaan van een relatie tussen de twee voormalig hoofdofficieren van justitie.

Het oriënterend feitenonderzoek wordt verricht door de Rijksrecherche onder leiding van een officier van justitie van het Landelijk Parket. Het onderzoek richt zich voor beiden op het gebruik van door het OM aangeboden en/of betaalde diensten zoals het gebruik van een dienstauto met chauffeur, het maken van afspraken in hotels en restaurants en het om-/bijboeken van een terugvlucht en hotelovernachting tijdens een conferentie in 2012 in Bangkok.

Ook wordt onderzocht of en in hoeverre de voormalig hoofdofficier van Rotterdam, in zijn toenmalige functie van procureur-generaal, de uitkomst van een aanbesteding inhoudelijk heeft beïnvloed.

Uit het onderzoek zal moeten blijken wat de feiten zijn – voor zover die nog niet uit het onderzoek van de commissie Fokkens blijken – en of er mogelijk sprake is geweest van het plegen van strafbare feiten. Afhankelijk van de uitkomst zal worden beoordeeld of een strafrechtelijk onderzoek wordt ingesteld. Het is nu niet te zeggen hoe lang het oriënterend feitenonderzoek zal duren. De twee betrokkenen zijn op dit moment geen verdachten.

Voornemen tot beëindiging dienstverband
Het College van procureurs-generaal heeft daarnaast het voornemen om het dienstverband met de voormalig hoofdofficieren van het parket Rotterdam en het Functioneel Parket te beëindigen. Beiden zijn daarvan op de hoogte gesteld.