Zaaksofficieren Holleeder blikken terug in OM-podcast

Monique Verlind (DJMO)

In een 38 minuten durende podcast blikken de zaaksofficieren Sabine Tammes en Lars Stempher terug op de strafzaak Holleeder. Afgelopen donderdag werd Holleeder door de Amsterdamse rechtbank tot levenslang veroordeeld wegens het opdracht geven tot vijf liquidaties waarbij zes doden zijn gevallen. De verdediging heeft inmiddels aangekondigd in beroep te gaan tegen het vonnis.

In een notendop leggen Tammes en Stempher in de podcast uit waar de zaak in hun ogen in essentie om draait. Ook reageren de officieren op de enorme belangstelling die de zaak van media en maatschappij heeft gekregen en vertellen zij over hun onderlinge samenwerking.

Enkele uitspraken:

“Wat je heel erg ziet in het dossier is dat Holleeder een man is met wisselende loyaliteiten (…) alleen maar eigen belang, dat is wat hem kenschetst. Het gaat over hem, en over helemaal niemand anders. Gewetenloos opportunisme.” (11:30)

“Het gaat uiteindelijk allemaal over macht en geld.” (13:15)

“Als je met getuigen, observaties, telecom een verband kan leggen tussen uitvoerders, eventuele tussenpersonen en opdrachtgevers, dan is dat meer dan alleen getuigenverklaring. Dan breng je een netwerk in beeld. Getuigenverklaring wordt ermee versterkt.” (14:00)

“De zussen, Sandra en Peter de Vries waren zijn vertrouwelingen. Verder waren het er niet veel. Hij bewoog steeds naar sterkste partij, maar dit was zijn constante. Zijn basis, zijn fundament. Alleen dat is al een reden om heel goed naar de verklaringen te kunnen kijken.” (17:11)

“Hij probeert mensen uit elkaar te spelen, dat heeft hij ook bij ons geprobeerd. Dat is zijn tactiek. Een wig te drijven tussen ons. (…) Op een gegeven moment herken je het patroon. Eerst moet je het onderkennen.” (23:31)

“Een adoratie waar ik helemaal niets van snap. Helemaal niets. Daarom ben ik blij met het vonnis, waarin de rechtbank een beeld heeft neergezet zoals hij was. En zoals helaas velen ook hebben ervaren maar nooit hebben durven uitspreken of hebben kunnen uitspreken.” (28:45)