Nederlandse en Duitse luchtverdedigers schieten met scherp

Monique Verlind (DJMO)

Voor het eerst een raket afvuren. Voor veel jonge schutters werd deze droom werkelijkheid tijdens een live firing aan de Poolse Oostzeekust. De schietserie was het slotstuk van de grootste Europese luchtverdedigingsoefening van de NAVO, Tobruq Legacy 2019.

In Ustka gingen in een internationale setting 10-tallen Stinger korte-afstand luchtdoelraketten de lucht in. Zowel vanaf de Fennek-voertuigen, als vanaf de schouder. Het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) verdedigde het luchtruim samen met Duitse collega’s, die met hun Leichtes Flugabwehr System vijandelijke doelen, in de vorm van drones, bestreden.

De oefening gaat de geschiedenis in als het eerste gezamenlijke optreden van de Binationale SHORAD-Task Force. Dit Nederlands-Duitse samenwerkingsverband moet in 2023 deel uitmaken van de Very High Readiness Joint Taskforce, de NAVO-flitsmacht.

Geen schietbaan in Nederland
Niet ieder doel werd geraakt, maar daar lag ook niet de prioriteit, legt kapitein Jeroen uit. "Onze schutters hebben allemaal kunnen vuren en zo ervaring op kunnen doen, en daar gaat het om", aldus de commandant van het Stinger element van de 13 Luchtverdedigingsbatterij. "Anders dan de Duitsers hebben wij in Nederland geen schietbaan waar we raketten af kunnen vuren. Het ontbreekt in Nederland aan de benodigde ruimte hiervoor. Na 2 jaar alleen droog te hebben geoefend, was deze live firing echt een hoogtepunt."

Meteen raak
Onder de Nederlandse schutters zijn veel recent opgeleide militairen die door middel van deze oefening schietervaring op moesten doen. Het eerste schot van kanonnier Sander vanaf de Fennek was gelukkig meteen raak. "Ik was best gespannen, maar wist wat ik moest doen. Ik ben heel blij dat we een frontal hit hadden. Het lukt me nooit zo goed om mijn familie uit te leggen wat ik doe, nu kunnen ze de beelden zien."