Hockey Pro League: Ook tegen Nieuw-Zeeland maken hockeyheren weinig indruk

Redactie

Met een matige vertoning hebben de Oranje Heren tegen Nieuw-Zeeland in de Hockey Pro League de lijn doorgetrokken die ze zondag startten tegen Groot-Brittannië. De Kiwi’s werden in een moeizaam treffen voor drieduizend toeschouwers na shoot-outs geklopt, nadat de reguliere wedstrijd in een unieke 0-0 was geëindigd.

Zij aan zij liepen ze bij de warming-up het veld op, in hun oranje shirt. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, met een nonchalant loopje. De een met nummer 20, de ander nummer 38. De twee neven en twee vrienden Terrance Pieters en Marlon Landbrug genoten dinsdag intens van een primeur, een wedstrijd samen in Oranje. Pieters speelde al vaker in het Nederlands elftal en was reserve bij het WK in India. Landbrug – met korte rastahaartjes – speelde zijn tweede interland, na een spetterend debuut in Mönchengladbach.

De supporters zagen iets wat ze nog nooit hadden gezien in Oranje. Twee neven, van deels Surinaamse afkomst, die het grote Oranje in Eindhoven van kleur voorzagen. Dat was een mooie primeur dinsdagavond, in het overwegend blanke hockey. Vlak voordat de wedstrijd begon en de internationals de spelerstunnel inliepen, vertraagde Landbrug zijn loopje, om samen met zijn één jaar oudere neef Pieters (22) de coulissen in te gaan. Pieters antwoordde met een schouderklopje. Ook bij het volkslied stonden ze naast elkaar. Niemand gaat dit ooit nog van ze afpakken. Na zeven minuten stond Pieters linksbuiten en Landbrug rechtsbuiten, wellicht een in de toekomst van dit Nederlands elftal.

Ook al was de wedstrijd er eentje om meteen te vergeten. De twee neven samen in Oranje en de terugkeer van Seve van Ass: dat was het enige wat beklijfde op de dinsdagavond.  De Oranje Heren gingen tegen Nieuw-Zeeland door met wat ze tegen Groot-Brittannië deden en dat was niet al te groots spelen. Defensief maakte Jip Janssen rap een slippertje, waardoor Sam van der Ven met een katachtige redding op een Nieuw-Zeelands schot in actie moest komen. Daarna kwamen de Kiwi’s relatief eenvoudig aan een strafcorner. Oranje begon matig in het eerste kwart. Aanvoerder Billy Bakker kreeg de bal in de cirkel, maar verspeelde die meteen. Thierry Brinkman kon counteren na een goede stop van Joep de Mol op de strafcorner, maar zijn pass was niet nauwkeurig.

Wel meteen scherp aanwezig was Seve van Ass, die voor de laatste keer op het WK in India in december minuten had gemaakt. Hij was meteen een van de bazen op het middenveld. Toch werden ook waarden als Bjorn Kellerman, Jeroen Hertzberger en Glenn Schuurman gemist vandaag. En dat maakte het tegen de fysiek sterke Kiwi’s niet makkelijker. Net als tegen Groot-Brittannië leek de clubcompetitie van de afgelopen maanden nog in de benen en de harten van de spelers.

In het tweede kwart was er weinig meer te beleven voor het stille Eindhovense publiek, dat alleen hun held Mink van der Weerden af en toe zag uitblinken. Het was de strafcornerschutter en vleugelverdediger die met de beste actie tot dan toe, een solo over de achterlijn, de Nieuw-Zeelandse voet wist te vinden, maar de strafcorner leidde tot niets. Passjes van Jorrit Croon, Thierry Brinkman, Diede van Puffelen en Max Kuijpers kwamen niet aan of werden net niet begrepen en het was duidelijk dat er iets moest gebeuren.

‘Tempo, tempo, tempo!!!’, schreeuwde bondscoach Max Caldas dan ook naar zij manschappen. Want hij was totaal niet tevreden en zag dat zijn team bijna geen echte kans kon creëren. Het tempo werd na de rust wel opgevoerd, waardoor Seve van Ass de echt eerste grote kans kreeg voor Oranje. Zijn inzet werd gered door de Nieuw-Zeelandse keeper George Enerson.

Even later gebeurde wat misschien in de boeken stond geschreven, Pieters bereikte zijn neef Landbrug, die vanuit een moeilijke hoek hard in het zijnet schoot. Maar sprookjes waren deze dinsdagavond heel ver weg voor een flets Oranje. Van Puffelen flatste in kansrijke positie, maar zijn inzet werd gekeerd. De tweede strafcorner van Oranje werd niet gestopt door Bakker.

Zelfs het publiek begon mee te zuchten na de zoveelste mislukte pass, iets dat dit Oranje toch zelden overkomt. Hugo Inglis, de aanwinst van Rotterdam, scoorde vlak voor tijd nog bijna de 0-1, maar dat was misschien ook te veel eer voor de Kiwi’s, die vooral tegenhielden en dat met succes deden.

De wedstrijd verdiende geen shoot-outs. 0-0 invullen leek voldoende na de worsteling, maar dat hoort niet bij de Pro League. De nieuwe FIH-competitie had nog nooit een 0-0 gezien. De spelers van Oranje sloegen hun stick tegen het kunstgras, alsof ze een nederlaag hadden geleden. Zo moet het ook hebben gevoeld.

Drie shoot-outs werden door Pirmin Blaak gestopt. Pieters raakte op matchpoint de paal. Hoogtepunt van de avond was de schijnflats van Jorrit Croon, waarna hij zijn shoot-out scoorde. Daar moest het publiek in Eindhoven het mee doen.

Zo werd het dinsdagavond duidelijk dat Oranje totaal nog niet in vorm is, zo vlak na de clubcompetitie. En dat de Grand Final in het Wagener Stadion nog ver weg is. Misschien dat de dubbel zaterdag en zondag tegen België – een herhaling van de WK-finale – ervoor kan zorgen dat de internationals weer met elkaar een fris Oranje op het toneel kunnen tonen.