Lot van vegetatieve man ligt in handen VN-comité

Het is een triest welles-nietes spelletje aan het worden. In september 2008 raakte de nu 42-jarige Vincent Lambert betrokken bij een motorongeval en ligt sindsdien in coma. Zijn echtgenote, en zes van zijn acht broers en zussen, willen dat de behandeling van Lambert, die nu al bijna elf jaar kunstmatig in leven wordt gehouden, wordt stopgezet. De ouders van Vincent zijn echter strenggelovig en vechten al sinds 2013, sinds hun zoon uitbehandeld is verklaard, om hem in leven te houden. 

In 2014 besloten de hoogste Franse rechters dat de behandeling van Vincent, die in vegetatieve staat verkeert, stopgezet mocht worden. Die beslissing werd in 2015 bekrachtigd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. De ouders stelden vervolgens dat er een nieuwe beslissing genomen moest worden, want hun zoon had een nieuwe arts gekregen en er zouden nieuwe ontwikkelingen zijn in zijn medische toestand.

In april besloot de Franse Raad van State dan toch dat de behandeling beëindigd mocht worden. Maandagochtend besloten de artsen aan die beslissing te voldoen en Vincent kreeg geen voeding of water meer waardoor hij binnen enkele dagen zou overlijden. Het Hof van beroep in Parijs besloot maandagavond echter dat de behandeling opnieuw moest worden opgestart, totdat een VN-comité zich over het lot van de man heeft uitgesproken. 

De advocaat van de ouders, Jean Paillot, noemt deze beslissing een grote overwinning: "Het is slechts een voorlopige beslissing, maar een symbolische en sterke beslissing. En dit voor een periode van zes maanden, waarin het VN-comité de zaak van Vincent kan bestuderen." Jérôme Triomphe, de vader van Lambert, is opgetogen over de uitspraak: "We hebben gewonnen, Vincent moet leven, Vincent zal leven!" riep hij tegen een groep demonstranten die een betoging hielden voor het in leven houden van Lambert.