Wat CBS-statistieken over zonne-energie

Monique Verlind (DJMO)

Het opgesteld vermogen aan zonnepanelen is in 2018 met 1.500 megawatt gegroeid naar 4.400 megawatt. Dat is ruim de helft meer dan een jaar eerder. De toename was bij bedrijven (71 procent) groter dan bij woningen (37 procent), vooral door de aanleg van zonneparken. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

In 2018 kwam ongeveer 20 procent van het opgesteld vermogen bij bedrijven van zonneparken (veldopstellingen), in 2017 was dat nog 9 procent. Dat jaar telde ons land 22 parken met zonnepanelen. In 2018 waren dat 65 parken. In Noord-Nederland zijn de meeste zonneparken te vinden. Het grootste vermogen aan zonneparken staat opgesteld in West-Nederland.

Borsele grootste vermogen zonnepanelen van bedrijven
In 2018 stond in ons land voor 2 100 megawatt aan vermogen bij bedrijven opgesteld. Dat is een toename van 71 procent vergeleken met een jaar eerder. In Borsele staat met 71 megawatt het grootste vermogen aan zonnepanelen bij bedrijven opgesteld, gevolgd door Emmen en Noordoostpolder met beide 55 megawatt. In Borsele was ten opzichte van 2017 ook de grootste groei van panelen bij bedrijven te zien (+69 megawatt). Het grootste vermogen van bedrijven en huishoudens samen (78 megawatt) aan zonnepanelen stond vorig jaar opgesteld in de gemeente Borsele.

Grootste vermogen zonnepanelen woningen in Almere
Op de daken van de Nederlandse woningen stond in 2018 voor 2.300 megawatt aan vermogen van zonnepanelen opgesteld, een jaar eerder was dat 1 680 megawatt. Dat is een toename van 37 procent. In Almere stond het grootste vermogen aan zonnepanelen. Daar stond vorig jaar voor 28 megawatt aan opgesteld vermogen.

Volgens de meest recente cijfers op wijk- en buurtniveau (2017) was in Almere het meeste opgestelde vermogen bij woningen te vinden in de wijken Almere Stad (10,3 megawatt), Almere Buiten (6,3 megawatt) en de buurten Muziekwijk Noord (1,4 megawatt) en Noorderplassen (1,1 megawatt).

Grootste groei vermogen zonnepanelen woningen in Eindhoven
Na Almere hadden de gemeenten Utrecht en Amsterdam in 2018 met beide 26 megawatt het meeste opgestelde vermogen aan zonnepanelen bij woningen. Het meeste vermogen bij woningen werd in 2018 bijgeplaatst in Eindhoven en Leeuwarden. Daar werd vorig jaar 9,4 megawatt en 7,1 megawatt aan zonnepanelen in gebruik genomen.

Vergeleken met vijf jaar eerder groeide het opgestelde vermogen bij woningen in Almere en Amsterdam het meest, met respectievelijk 23 en 22 megawatt in de periode 2013 tot en met 2018.

Berekend per inwoner staan drie Groningse gemeenten bovenaan, met per inwoner een vermogen van 0,57 kilowatt in Loppersum, 0,44 kilowatt per inwoner in Ten Boer en 0,37 kilowatt per inwoner in Eemsmond.

Amsterdam snelste groeier van G4
Van de grote vier steden was in Amsterdam de grootste groei te zien in het opgesteld vermogen zonnepanelen bij woningen. Daar bedroeg het totale vermogen eind 2017 19 megawatt en was er een jaar later 7 megawatt bijgeplaatst. Vergeleken met de andere grote steden nam ten opzichte van 2013 ook het vermogen in Amsterdam het meest toe (22 megawatt).

Van de vier grote steden stond eind 2018 in Utrecht en Amsterdam het meeste opgesteld vermogen zonnepanelen bij woningen, beide 26 megawatt. Binnen de gemeente Utrecht was in 2017 in de wijken Vleuten-De Meern en Leidsche Rijn het meeste opgestelde vermogen te vinden, respectievelijk 4,5 en 3,9 megawatt.

Wijze van berekenen
Het opgesteld vermogen aan zonnestroom installaties in Nederland wordt berekend op basis van het combineren van data uit een aantal registraties (PIR, Certiq, BTW, RVO en EIA). Installaties worden vervolgens ingedeeld naar woningen en bedrijven en bedrijfstype op basis van koppeling met de Basisadministratie Adressen en Gebouwen, Klantenbestanden woningen en bedrijven en het Aansluitingenregister Elektriciteit.

De kwaliteit wordt gewaarborgd door de toepassing van diverse correctie- en controle methoden, onder ander op dubbeltellingen tussen registraties en verschillende jaren, vermogens en jaar in gebruik name. De verwachting is dat op basis van de gebruikte registraties minimaal 95 procent van het totaal opgestelde vermogen in Nederland bekend is. Wel is bekend dat registraties naijlen waardoor voorlopige cijfers het opgesteld vermogen in dat jaar kunnen onderschatten.