Staat moet gratieverzoek Yilmaz opnieuw beoordelen

Monique Verlind (DJMO)

De Staat moet de afwijzing van het gratieverzoek van Cevdet Yilmaz herroepen en hier opnieuw over beslissen. Dat heeft de Haagse voorzieningenrechter vandaag bepaald. Yilmaz, veroordeeld tot levenslang, heeft in 2017 een gratieverzoek ingediend. Het Openbaar Ministerie heeft de Staat geadviseerd het verzoek af te wijzen. Het Hof Den Haag en de Reclassering hebben geadviseerd het verzoek toe te wijzen. De Staat heeft vervolgens negatief beslist.

Tegen dit besluit heeft Yilmaz een kort geding aangespannen. Volgens de voorzieningenrechter is het positieve advies van het Hof voor de Staat ‘leidend’ bij de beslissing. Alleen bijzondere omstandigheden kunnen reden zijn voor afwijking van het advies. Maar die zijn er niet. Het afwijzen van het gratieverzoek is in strijd met de afspraken die met eiser en de kliniek zijn gemaakt en met Europese jurisprudentie.

Afspraken
Eiser is op 1 juli 1985 door het Hof Den Haag veroordeeld tot levenslang voor de schietpartij in café Het Koetsiertje in Delft, op 5 april 1983. Daarbij zijn zes doden gevallen en enkele personen gewond geraakt. Sinds 7 april 1983 zit eiser hiervoor vast. In 2001 is een afspraak gemaakt door de Staat, een TBS-kliniek en Yilmaz, op grond waarvan hij in de kliniek behandeld wordt. Het doel van de behandeling: verantwoorde terugkeer in de samenleving. Tijdens de behandeling zijn aan Yilmaz verloven toegekend. Vanaf eind 2016 heeft hij ‘transmuraal verlof”: hij woont en werkt buiten de kliniek maar hij dient zich nog wekelijks te melden.

Wel gratie volgens het Hof
De vrijheid die eiser al heeft als gevolg van zijn verlof kan geen reden zijn om gratie te weigeren. Want ondanks die vrijheid is er nog steeds sprake van tenuitvoerlegging van een opgelegde straf. Volgens de Staat bestaat er nog een ‘matige’ kans op herhaling. Dat is niet juist. Uit deskundigenrapporten volgt dat de kans op recidive in alle opzichten laag is. Het Hof heeft in zijn advies de bijzonder ernstige aard van het misdrijf genoemd en heeft onderkend dat het leed van de nabestaanden en slachtoffers er nog steeds zal zijn.

Een nieuw slachtofferonderzoek vond het Hof niet nodig. Na verloop van ruim 35 jaar vond het Hof dat er geen ruimte meer is voor vergelding. Daarom kwam het Hof tot de conclusie dat gratie verleend zou moeten worden. De Staat vindt dat de toestand van de slachtoffers zo zwaar weegt, dat het gratieverzoek is afgewezen. Dat is in strijd met de afspraken die met eiser en de kliniek zijn gemaakt en met Europese jurisprudentie.