Raadkamer beslist over verlenging voorarrest Gökmen Tanis

Monique Verlind (DJMO)

De zaak tegen de verdachte van de schietpartij op het 24 Oktoberplein in Utrecht zal morgen bij de raadkamer van de rechtbank Midden-Nederland worden behandeld. De zaak wordt dan niet inhoudelijk behandeld. Aan de orde is of Gökmen Tanis nog langer in voorarrest moet blijven. Het Openbaar Ministerie zal vorderen om de 37-jarige Utrechter negentig dagen langer vast te houden.

Als gevolg van de schietpartij in en rond de tram kwamen op 18 maart van dit jaar drie mensen om het leven en raakten er nog eens drie gewond. Afgelopen donderdag overleed een vierde slachtoffer aan zijn verwondingen. Het onderzoek is nog steeds in volle gang. Er wordt hard gewerkt aan het verzamelen en analyseren van informatie om te onderzoeken wat er die dag precies gebeurd is en wat het motief voor de schietpartij was. Naar verwachting zal het nog zeker enkele maanden duren voordat het onderzoek is afgerond.

Zoals eerder gesteld is, wordt de 37-jarige Utrechter verdacht van drie strafbare feiten: moord dan wel doodslag met een terroristisch oogmerk, poging daartoe en bedreiging met een terroristisch oogmerk. Dit terroristisch oogmerk betekent dat het OM de man er op dit moment van verdenkt dat hij met die drie strafbare feiten het doel had om de bevolking, of een deel daarvan, vrees aan te jagen. De aanleiding hiervoor is onder meer het gebruikte geweld, het gekozen doel en het feit dat er geen relatie tussen verdachte en de slachtoffers is gebleken.

Er kan verschil bestaan tussen de juridische term oogmerk en de in het dagelijks leven gebruikte term motief. Het oogmerk zegt iets over het door de dader gewilde doel of gevolg van een strafbaar feit, terwijl het motief een verklaring geeft over de beweegredenen om een strafbaar feit te plegen. Wat precies het motief van de verdachte was, is nog punt van grondig onderzoek. Het is te vroeg om daar nu uitspraken over te doen volgens het Openbaar Ministerie.  Uiteindelijk is het aan de rechter om te beslissen of er inderdaad sprake was van een terroristisch oogmerk.