Ruim helft kiesgerechtigden is 50-plusser

Monique Verlind (DJMO)

Bijna 13 miljoen inwoners van Nederland mogen stemmen tijdens de komende Provinciale Statenverkiezingen. Iets meer dan de helft, bijna 52 procent, van de kiesgerechtigden is 50 jaar of ouder. Onder 30- tot 40-jarigen is het aandeel personen dat naar de stembus mag het laagst. Dat meldt het CBS op basis van bevolkingscijfers van 1 januari 2019.

Voor de Provinciale Statenverkiezingen die op woensdag 20 maart worden gehouden is naar schatting 93,3 procent van de bevolking van 18 jaar of ouder kiesgerechtigd. Tot de kiesgerechtigden worden alleen de inwoners gerekend met de Nederlandse nationaliteit. Tegelijkertijd met deze verkiezingen worden de nieuwe leden van de algemene besturen van de waterschappen gekozen.

Bij de waterschapsverkiezingen gelden andere regels over wie zijn stem mag uitbrengen dan bij de Provinciale Statenverkiezingen. Iets meer vrouwen dan mannen mogen bij de Statenverkiezingen hun stem uitbrengen: 6,6 miljoen vrouwen tegen 6,4 miljoen mannen. Dit komt vooral doordat ons land meer vrouwen dan mannen boven de 65 jaar telt. Onder de kiesgerechtigden onder de 39 jaar is het aantal mannen groter dan het aantal vrouwen.

Vaals heeft laagste aandeel kiesgerechtigden
In de grensgemeente Vaals mogen verhoudingsgewijs de minste inwoners van 18 jaar of ouder naar de stembus (68,8 procent). In Vaals wonen relatief veel mensen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben. Daarop volgen de gemeenten Amstelveen en Amsterdam met respectievelijk 81,3 procent en 81,5 procent.

In Tubbergen is bijna iedere 18-plusser stemgerechtigd (99 procent).Vooral gemeenten in Noord- en Oost-Nederland hebben een hoog aandeel kiesgerechtigden. Daar wonen relatief weinig mensen met een buitenlandse nationaliteit.

Minste kiesgerechtigden onder dertigers
Het aandeel kiesgerechtigden is met 86,8 procent het laagst in de leeftijdsgroep van 30 tot 40 jaar. Deze leeftijdsgroep telt verhoudingsgewijs de meeste inwoners met een niet-Nederlandse nationaliteit. Voor de drie daaropvolgende leeftijdsgroepen is het aandeel kiesgerechtigde inwoners steeds hoger. Van de 65-plussers mag 98,4 procent zijn of haar stem uitbrengen bij de verkiezingen.

Gemiddeld is 51,8 procent van de kiesgerechtigde Nederlanders 50 jaar of ouder. In de gemeente Utrecht is het aandeel 50-plussers met 32,8 procent het laagst, gevolgd door Urk (35,1 procent) en Groningen (39,1 procent). In 44 Nederlandse gemeenten is minder dan de helft van de kiesgerechtigden ouder dan 50 jaar, in de overige 311 gemeenten is meer dan de helft een 50-plusser. In Bergen en Laren is de groep 50-plussers onder kiesgerechtigden het grootst. In deze Noord-Hollandse gemeenten is ruim 67 procent van de kiesgerechtigden 50 jaar of ouder. Provincies met een relatief grote groep 50-plussers onder kiesgerechtigden zijn Groningen, Friesland, Drenthe, Limburg, Zeeland en Gelderland.

Bijna 18 procent heeft migratieachtergrond
Van alle kiesgerechtigden heeft ruim 10 procent een niet-westerse en ruim 7 procent een westerse migratieachtergrond. Het aandeel kiesgerechtigde inwoners met een westerse migratieachtergrond is vooral groot bij grensgemeenten. Zo telt de provincie Limburg zes gemeenten met aandeel van boven de 15 procent. In Vaals heeft zelfs ruim een kwart van alle kiesgerechtigden een westerse migratieachtergrond.

Spreiding kiesgerechtigden niet-westerse migratieachtergrond Voor de stemgerechtigde inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond is de spreiding heel anders. Mensen met een niet-westerse achtergrond wonen vooral in de vier grote steden en in Almere en Lelystad. In de gemeente Rotterdam heeft 35 procent van de kiesgerechtigden een niet-westerse migratieachtergrond. Het is daarmee de gemeente met het hoogste aantal kiesgerechtigden een niet-westerse migratieachtergrond.