12 jaar cel en tbs voor poging tot moord op Osse rijschoolhouder

Monique Verlind (DJMO)

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 47-jarige man uit Roermond veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar en tbs met dwangverpleging voor poging moord op een vrouw in Oss. Daarnaast moet de man het slachtoffer een schadevergoeding betalen van 28.000 euro.

De man uit Roermond nam in maart 2015 onder een valse naam contact op met de vrouw die een rijschool had in Oss. Hij vertelde aan de telefoon dat hij rijlessen bij haar wilde volgen en dat hij zou langskomen voor het betalen van een lespakket. De vrouw vertrouwde het niet helemaal en vroeg haar moeder ook aanwezig te zijn wanneer de man zou langskomen.

Een dag later meldde de man zich en liet de vrouw hem binnen. Samen liepen ze naar de woonkamer waar ook de moeder van de vrouw was. Toen de vrouw zich omdraaide, zag ze dat de man een pistool op haar richtte. Hij haalde de trekker over waarna het schot de arm van de vrouw schampte. De man haalde de trekker vervolgens nog een aantal keer over, maar het wapen weigerde. Daarop ontvluchtte hij de woning. In de woning bleef de patroonhouder, die kennelijk uit het vuurwapen was gevallen, achter.

De man is uiteindelijk pas veel later in beeld van justitie gekomen toen bij zijn aanhouding in Duitsland voor een andere strafzaak in zijn auto een vuurwapen zonder patroonhouder werd aangetroffen. Dat vuurwapen bleek na schietproeven te matchen met de in de woning van het slachtoffer gevonden kogel en huls. Verder politieonderzoek leverde vervolgens nog meer belastend bewijs op richting deze man wat betreft de gebruikte telefoon en zijn aanwezigheid ter plaatse tijdens het schietincident.

De rechtbank is van oordeel dat op basis van het bewijs, vastgesteld kan worden dat de verdachte de schutter is geweest, een ander scenario is volgens de rechtbank niet aannemelijk geworden, ook omdat de man daar geen enkele verklaring over heeft willen geven. Gelet op de wijze waarop de aanslag op de vrouw is voorbereid en uitgevoerd is er volgens de rechtbank sprake van voorbedachte raad en dus van een poging tot moord.

De straf
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank onder meer mee dat de man geen enkele verantwoordelijkheid nam voor zijn daad en hierover ook niets heeft willen verklaren. Volgens de rechtbank is er geen andere verklaring dan dat hij deze koelbloedige liquidatiepoging in opdracht van een ander heeft verricht, maar ook daarover heeft de man niets willen verklaren.

De moordpoging heeft een zeer grote impact op het leven van het slachtoffer. Zij heeft hieraan psychische klachten overgehouden. Nog altijd leeft ze in grote angst en onzekerheid, met name omdat zij niet weet waarom de man dit heeft gedaan en wie de opdrachtgever is. De rechtbank weegt bij het bepalen van de hoogte van de straf ook mee dat de man een aanzienlijk strafblad heeft met daarop veroordelingen voor geweldsdelicten. Dit incident pleegde hij tijdens een voorwaardelijke invrijheidsstelling waarin hij een klinische behandeling moest volgen. Hij ontvluchtte die kliniek echter een maand voor deze poging tot moord en was sindsdien voortvluchtig.

De man heeft niet meegewerkt aan een onderzoek naar zijn geestvermogens. Toch konden een psychiater en een psycholoog vaststellen dat de man onder meer aan een persoonlijkheidsstoornis lijdt en dat sprake is van drugs- en alcohol verslaving. Ze schatten de kans op herhaling hoog in. Daarom vindt de rechtbank het noodzakelijk de man de maatregel van tbs met dwangverpleging op te leggen.