Jeugd-ggz en jeugdzorg moeten beter samenwerken

Monique Verlind (DJMO)

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft onderzoek gedaan naar de zelfmoord van een jeugdige. De jeugdige verbleef op dat moment in een gesloten setting bij een locatie van Horizon, een instelling voor jeugdzorg. De jeugdige was twee weken eerder overgeplaatst vanuit Karakter, een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie.

Bij de overplaatsing van de jeugdige is relevante informatie verloren gegaan. Overplaatsing van een jeugdige is zeer ingrijpend en moet alleen in uiterste gevallen worden ingezet. Instellingen moeten zoveel mogelijk hun aanpak en werkwijze aanpassen aan wat een jeugdige nodig heeft, in plaats van jeugdigen over te plaatsen naar een instelling met een ander aanbod. Als overplaatsing dan toch onvermijdelijk is, moet de benodigde expertise beschikbaar blijven.

Waar in de jeugd-ggz de meeste expertise zit op psychiatrisch gebied, maar minder op een gedragsmatige aanpak, is dat in de jeugdzorg vaak andersom. Met de invoering van de Jeugdwet zouden die schotten moeten zijn doorbroken, maar deze verdrietige gebeurtenis laat zien dat dat nog lang niet overal is gelukt. De kennis en ervaring van jeugd-ggz en jeugdzorg moeten nog meer samen worden gebracht. Dat is nodig voor een optimale behandeling van jongeren met complexe problematiek.

Het onderzoek wijst bovendien uit dat Horizon op meerdere punten niet heeft gehandeld volgens de verwachtingen van de inspectie. Zo waren de ouders van de jeugdige bijvoorbeeld onvoldoende betrokken bij de inschatting van het risico op suïcide. De inspectie heeft verschillende aanbevelingen gedaan aan de betrokken instellingen. Zij moeten binnen zes weken een verbeterplan sturen.