Tot drie jaar celstraf voor inbrekers

Twee 19-jarige Amsterdammers zijn door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld tot respectievelijk 36 en 30 maanden celstraf. Dit komt overeen met de strafeis van het Openbaar Ministerie. Ook is het duo veroordeeld tot een schadevergoeding van bijna 15.000 euro. Het OM is tevreden met de uitspraak van de rechtbank.

De mannen hebben in de nacht van 2 op 3 juli 2018 geprobeerd in te breken in een kledingzaak in Zwanenburg. Ze gebruikten daarbij putdeksels om de winkelruiten stuk te slaan. Een dag later komen ze terug naar de winkel en maken zij zich schuldig aan een poging overval waarbij ze een lifehammer gebruiken en dreigen met geweld. De winkeleigenaar weet de Amsterdammers echter met een hockeystick de winkel uit te jagen.

Omdat de winkeleigenaar vreesde dat de overvallers weer terug zouden komen, heeft hij beveiligers ingehuurd. Een groot deel van de kosten die hij hiervoor kwijt was, is volgens de rechtbank aan de Amsterdammers toe te rekenen.

De poging overval heeft een groot effect gehad op het winkelpersoneel, stelt de rechtbank. Uit een slachtofferverklaring blijkt dat een medewerkster van de winkel sinds de poging overval last heeft van nachtmerries, paniekaanvallen, nekklachten, concentratieproblemen en stress. Ze heeft minstens drie maanden niet kunnen werken. De veroordeelde Amsterdammers moeten van de rechtbank zowel de salariskosten van de winkeleigenaar als de zorgkosten van deze medewerkster terugbetalen.

De rechtbank veroordeelt beide mannen ook voor diefstallen en inbraak in Amsterdam en ziet geen aanleiding het jeugdstrafrecht voor ze toe te passen. Een derde persoon, een minderjarige jongen, stond 4 december voor de kinderrechter. Tegen hem is zes maanden jeugddetentie geëist en een pakket aan voorwaarden. Op 18 december doet de kinderrechter uitspraak in zijn zaak.