'Korea wil gezamenlijk turnteam op Spelen 2020'

Officials van de Zuid- en Noord-Koreaanse turnbonden gaan eind oktober tijdens het WK in Doha met elkaar om de tafel zitten om te praten over een mogelijk gezamenlijk team op de Olympische Spelen van 2020, meldt de Zuid-Koreaanse turnbond KGA.

De KGA was eerst van plan om Noord-Korea uit te nodigen voor de Korea Cup, maar dat bleek geen goed idee: dat toernooi wordt een week na het WK gehouden en veel toppers, inclusief die uit Noord-Korea, zullen dan waarschijnlijk verstek laten gaan. De officials van de twee bonden spraken deze zomer al met elkaar tijdens de Asian Games in Indonesië, met als doel een grotere ontmoeting en Noord-Koreaanse deelname in het zuiden. 

De internationale turnfederatie FIG lijkt het plan wel te zien zitten. President Morinari Watanabe bracht onlangs nog een bezoek aan Pyongyang en in januari zullen hooggeplaatste FIG-officials er een ontmoeting hebben. Onder meer plannen over Noord-Koreaanse deelname in het zuiden en mogelijk een gezamenlijk olympisch team zullen er besproken worden.

Een samenvoeging van de twee teams zou de kwaliteit van de competitie overigens niet ten goede komen, net als de medaillekansen voor de twee landen. Het probleem zit hem met name op sprong: de olympisch kampioen van 2012 is tweevoudig wereldkampioen Yang Hak-seon uit Zuid-Korea, de regerend olympisch kampioen is Ri Se-gwang uit het noorden, eveneens tweevoudig wereldkampioen.

Het probleem is dat teams in 2020 slechts uit vier turners per land bestaan. Door de manier waarop de kwalificatie voor de landenwedstrijd is ingedeeld is het vrijwel onmogelijk om twee specialisten op één onderdeel in het team te hebben, al helemaal als die ook nog eens specialist zijn op hetzelfde onderdeel en op een ander onderdeel eigenlijk, met alle respect, weinig kunnen.