5 maanden cel voor valsheid in geschrifte

Monique Verlind (DJMO)

De rechtbank spreekt een 44-jarige man uit Teuge en een 39-jarige man uit Apeldoorn, die broers van elkaar zijn, vrij van mensenhandel en diefstal. Wel veroordeelt de rechtbank hen voor valsheid in geschrifte en medeplichtigheid aan mensensmokkel. Beide mannen krijgen hiervoor een gevangenisstraf van 5 maanden.

Geen uitbuiting
Er is geen overtuigend bewijs dat de broers een 46-jarige medewerker van hun restaurants hebben uitgebuit of dat zij dat wilden doen. De medewerker heeft tegenover verschillende personen wisselende en soms tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn werktijden en over het loon dat hij ontving. Er zijn geen getuigen die zelf hebben gezien dat de broers hem uitgebuit zouden hebben. De verklaringen van de werknemer vindt de rechtbank onvoldoende betrouwbaar.

Daar staat tegenover dat er diverse getuigen zijn die hebben verklaard dat de medewerker net zoals het overige personeel werd behandeld en dat hij net zoals het overige personeel elke dag contant ‘zwart’ werd uitbetaald. De rechtbank vond hiervoor ook bevestiging in andere bewijsmiddelen. Nu niet blijkt dat sprake was van uitbuiting, spreekt de rechtbank de broers vrij van mensenhandel.
Ook spreekt de rechtbank beide broers vrij van diefstal van geld van de 46-jarige medewerker, bij gebrek aan bewijs.

Valsheid in geschrifte en mensensmokkel
In april 2016 maakte de 44-jarige broer een valse arbeidsovereenkomst op en vulde een valse werkgeversverklaring in. Dit deed hij voor een vrouw die hem benaderd had, zodat zij haar partner uit Turkije kon laten overkomen naar Nederland. Hierdoor leek het alsof de vrouw in zijn restaurant in Deventer werkte en genoeg inkomen verdiende, terwijl dat feitelijk niet het geval was. De vrouw stuurde deze papieren naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) samen met haar aanvraag om samen met haar partner in Nederland gezinsleven te mogen uitoefenen.
Net zo’n situatie deed zich in november 2013 voor bij de 39-jarige broer.

In beide gevallen heeft de IND de aanvragen van de vrouwen in eerste instantie ingewilligd. Dit terwijl beide vrouwen in werkelijkheid onvoldoende inkomen hadden om hun partner naar Nederland te kunnen laten komen. De beide broers wisten wat de bedoeling was van de valse arbeidsovereenkomsten en valse werkgeversverklaringen. Door deze valse documenten op te maken, hebben zij de vrouwen ondersteund in hun illegale bedoelingen. Dat maakt dat zij medeplichtig zijn aan mensensmokkel van de partners van deze 2 vrouwen.

Geen respect voor Nederlandse wet- en regelgeving
De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening met de omstandigheid dat de broers geen respect hebben getoond voor de Nederlandse wet- en regelgeving. Zij hebben immers de regels omzeild en een bijdrage geleverd aan het binnen smokkelen van mensen. Daardoor wordt het overheidsbeleid doorkruist en wordt illegaal verblijf in Nederland gestimuleerd. Daarnaast voerden zij een slechte boekhouding en administratie. Personeel werd zwart betaald en contante loonbetalingen werden op losse papiertjes bijgehouden. Dat vindt de rechtbank een kwalijke zaak.