Holleeder blijft in voorlopige hechtenis zitten

Monique Verlind (DJMO)

De voorlopige hechtenis van Willem Holleeder in het strafdossier over de moord op Willem Endstra en de poging tot moord op David Denneboom wordt niet opgeheven. De rechtbank heeft het verzoek daartoe afgewezen.

Net als na afronding van het eerste dossier, diende de verdediging ook na afronding van het dossier over Endstra en Denneboom een verzoek in tot opheffing van de voorlopige hechtenis. Volgens de verdediging is het bewijs in deze zaak te mager: er zouden diverse andere partijen dan Holleeder zijn die een motief hadden om Endstra van het leven te beroven.

Daarnaast zou de verdenking tegen Holleeder volledig op onbetrouwbare getuigenverklaringen berusten. Ook zou er volgens de advocaten niets zijn gebleken van een relatie tussen Holleeder en de vier personen die volgens het OM verantwoordelijk zijn voor de feitelijke uitvoering van de liquidatie. Bovendien zijn drie van deze personen inmiddels vrijgesproken door de rechtbank – de vierde persoon is niet meer in leven.

Ernstige bezwaren
De rechtbank gaat hierin niet mee en wijst het opheffingsverzoek af. De ernstige bezwaren die destijds tot de voorlopige hechtenis hebben geleid, zijn volgens de rechtbank nog steeds aanwezig. Het feit dat een andere rechtbank drie verdachten van de feitelijke uitvoering van liquidatie heeft vrijgesproken doet niets af aan de onderzoeksbevindingen in het dossier in deze strafzaak.

Daarnaast kan de rechtbank op dit moment niet, zoals de advocaten van Holleeder betoogden, een finale beoordeling maken over de afgelegde getuigenverklaringen: een dergelijke diepgaande beoordeling kan pas aan de orde zijn bij eindvonnis.