Van Bronckhorst: "Ik schaam me voor het vertoonde spel"

Redactie

Feyenoord werd in Slowakije met 4-0 afgedroogd door AS Trencin en trainer Giovanni van Bronckhorst vindt dat de hele ploeg ondermaats heeft gespeeld.

Op voorhand wist de oefenmeester dat het met zes afwezige basisklanten moeilijk zou worden, maar met zo'n gigantische dreun had hij ook geen rekening gehouden. De derde voorronde van de Europa League is hoogstwaarschijnlijk het eindstation van het Europese avontuur en alleen een Houdini-act kan de Rotterdammers nog redden. "De grootste tegenstander zijn wij zelf. Dat mag niet en daar heb ik nu nauwelijks woorden voor", betoogde de trainer voor de camera's van RTL 7.

Bij rust was het al 3-0 en na de thee mocht Feyenoord van geluk spreken dat er slechts één treffer bij kwam, waardoor er in ieder geval theoretisch nog een heel klein kansje bestaat om het recht te zetten. Vol schaamte verscheen Van Bronckhorst voor het interview na afloop en daar wond hij er geen doekjes om. "Dit is een dik verdiend verlies. Ik schaam me voor het vertoonde spel en voor de manier waarop we vandaag op het veld stonden. Uiteindelijk ben ik hier verantwoordelijk voor", aldus de trainer, die vorige week zijn vijfde prijs in drie seizoenen pakte.

Nu was er echter niets terug te zien van het spel waarmee PSV afgelopen zondag na strafschoppen werd verslagen in de strijd om de Johan Cruijff Schaal. Dat zijn ploeg beter had gekund, noemt Van Bronckhorst dan ook een understatement. "We hebben niet kunnen brengen wat we normaal kunnen .We hadden er echt nog veel meer tegen kunnen krijgen. Niemand heeft zijn niveau gehaald en we hebben de doelpunten gewoon cadeau gegeven", concludeert hij.

Als je zo voetbalt, is het heel moeilijk om wedstrijden te winnen”, vervolgt de oefenmeester van de Rotterdammers. Van Bronckhorst weet dat het een hels karwei wordt om het in de eigen Kuip nog te herstellen, maar weigert de handdoek voortijdig in de ring te gooien. "We zullen anders op het veld moeten staan dan vandaag. Maar er is een kans, hoe moeilijk het ook wordt.”