Afspraken om vrouwen hogerop te krijgen

qltel

Ondanks het wettelijk streefcijfer van 30% en de maatschappelijke roep om meer vrouwen aan de top, blijft het aandeel van vrouwen in bestuursfuncties laag. Om het aantal vrouwen in topfuncties te verhogen gaan VNO-NCW en een aantal topbestuurders uit het bedrijfsleven verschillende extra acties in gang zetten om te komen tot een eindsprint richting 2019, het jaar waarin het kabinet de balans zal opmaken. De afspraken werden gisteravond gemaakt door minister Ingrid van Engelshoven (Emancipatie) en Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW met een groep topmensen uit het bedrijfsleven, vertegenwoordigers van Topvrouwen.nl en (institutionele) beleggers.

Langs de bedrijven!
Afgesproken werd om aanstaande topbenoemingen door het bedrijfsleven -bijvoorbeeld vanwege de afloop van de termijnen van bestuurders- beter in kaart te brengen. Grote bedrijven zullen dan actief op bestuursniveau benaderd worden door ambassadeurs (via VNO-NCW) om ze te wijzen op de speciaal opgezette database met inmiddels zo’n 1.500 potentiële topvrouwen. Daarbij wordt gepleit voor selectieprocedures die open zijn en de eis kennen dat zowel op de longlist als shortlist van kandidaten voor topfuncties ook vrouwen staan. Dat moet ook nadrukkelijk onderdeel zijn van de afspraken met searchbureaus. Verder gaven de aanwezigen aan dat in de selectiecommissies zelf ook vrouwen moeten plaatsnemen.

Diversiteit tot speerpunt corporate governance
Daarnaast zal het verzoek worden gedaan om dit jaar bij de monitoring van de naleving van de corporate governance code het belang van diversiteit in de ‘bestuurskamers’ tot één van de speerpunten te maken. Tot slot kunnen bedrijven door eigen prestatiedoelen voor diversiteit in de top op te stellen duidelijk sneller resultaat boeken en de bestaande ‘monocultuur’ doorbreken. Belangrijk is daarbij ook de erkenning dat je mannen en vrouwen voor topfuncties anders moet benaderen. De norm is helaas toch nog te vaak ‘het mannelijk leiderschapsmodel’. Transparantie over de aanpak is daarbij van belang, zodat ook (institutionele) beleggers en andere stakeholders bedrijven actiever kunnen uitdagen op diversiteit en het belang daarvan in de bestuurskamer.
Voorbeelden bij onder meer Nationale Nederlanden en enkele andere bedrijven maakten het belang van een gerichte benadering met support van de top onlangs nog eens treffend duidelijk. Dit zal bij de gesprekken die gevoerd gaan worden dan ook nader aan de orde komen evenals het bredere delen en in beeld brengen van goed voorbeelden.

Gewoon doen nu!
Ingrid van Engelshoven: "Ik ben blij dat ik vandaag met het bedrijfsleven afspraken heb kunnen maken over de eindsprint richting het wettelijk streefcijfer van 30% vrouwen in top. Ik roep bedrijven op alles uit de kast te halen en bij de eerst volgende benoeming te kijken naar alle vrouwen die in Nederland klaar staan om een topfunctie te vervullen."

Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW; “Brieven, speeddates, een eigen database met topvrouwen, gesprekken met de top van bedrijven en strakke monitoring. We zetten komend jaar werkelijk alles op alles om te zorgen dat we voor eens en altijd versnellen met het aantal vrouwen in de top. Dat is niet alleen goed voor vrouwen, maar essentieel voor de bedrijven zelf, want diversiteit loont.”

Johan de Witthuis
Bij het aantal vrouwen in Raden van Commissarissen gaat het gestaag omhoog, maar vooral in Raden van Bestuur van grote bedrijven blijft Nederland sterk achter ten opzichte van andere landen. Het aandeel vrouwen in raden van bestuur is nu slechts zo’n 12 procent en voor raden van commissarissen is het aandeel maar 16% terwijl er een wettelijk streefcijfer geldt van 30%. Tijdens de bijeenkomst dinsdagavond in het Johan de Witthuis in Den Haag stond dan ook de vraag centraal hoe bedrijven kunnen versnellen nu het aandeel vrouwelijke bestuurders alsmaar achterblijft ondanks het bestaande streefcijfers van 30% en de toenemende maatschappelijke roep om meer vrouwen aan de top. De magere prestaties op het gebied van (gender-)diversiteit vormt ook een scherp contrast met het leiderschap dat Nederlandse ondernemingen wereldwijd tonen als het gaat om bijvoorbeeld duurzaamheid en innovatie.